De Zeeuwse verdronken dorpen en hun monument JAN J.B.KUIPERS EN ROBERT M.VAN DIERENDONCK M.M.V. HENK HENDRIKSE OVERZICHTSKAART: LEIDA C.J. G O L D S C H M I T Z - W I E L I N G A Linkerpagina: De 'plompe toren' van Koudekerke aan de noordkust van Schouwen is een markant overblijfsel van het ver dronken dorp. In de toren is een informatie centrum van de Vereni ging van Natuurmonu menten. Via beeld en geluid wordt onder andere de geschiedenis van het landverlies in die buurt verteld. Reimerswaal in de kroniek van M. Smallegange, 1696. Zeeuwse archeologen duiden de verdronken dorpen doorgaans aan als een van de belangrijkste 'exportartikelen' op het gebied van de archeo logie in Zeeland. Tot voor kort kregen ze echter slechts aandacht vanuit dit vakgebied. Het - toen nog - Provinciaal Archeologisch Centrum Zeeland publiceerde begin 2000 voor het eerst een voorlopige kaart met 106 locaties van verdronken dorpen in het Scheldegebied. Deze verscheen in een bijdrage aan een boek over de geschiedenis van de Schelde. Helaas werd het bedoelde bijschrift met de namen van de dorpen niet afgedrukt. Tegen het eind van datzelfde jaar besteedde journalist Kees Slager, deskundige op het gebied van de watersnoodramp van 1953, tijdens een symposium over de Zeeuwse delta aandacht aan het fenomeen. Een eigen onderzoek had hem al 85 namen van verdronken dorpen opgeleverd en hij opperde het idee om te komen tot een monument voor deze dorpen. Het idee werd verrassend snel omarmd door de gehele provinciale politiek en kreeg een belangrijke pleitbezorger in de persoon van de commissaris van de koningin Van Gelder. Nog die zelfde maand december besloten Provinciale Staten van Zeeland tot de realisering van zo'n monument. Dit artikel beoogt het bieden van achtergrondinformatie bij het actuele onderwerp van de verdronken dorpen: een globaal overzicht van de ver dronken landen en verdronken nederzettingen in Zeeland, waarbij het 'voorbeelddorp' Valkenisse - en zijn bescherming - extra aandacht krijgt. 185

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2001 | | pagina 187