DE STRIJD OM DE OPEN 005TERSCHELDE Waarom waren die dijken nog altijd niet verzwaard? Als de overheid écht bezorgd was om de veiligheid, had ze die dijkjes toch allang verbe terd! Maar er werd rustig gewacht tot de dam er in '78 (een kwart eeuw na de ramp) zou zijn. Terwijl langs de Westerschelde werd bewezen dat je het Zeeuwse land óók kon beveiligen zonder dam. Die wetenschap vormde de basis voor de actie. Ze was in haar eenvoud zo sterk dat het niet moeilijk was om meer mensen van het zinvolle van de strijd voor een open Oosterschelde te overtuigen. Maar gelijk hébben is nog geen gelijk krijgen. Zeker in een streek waar van niet alleen de bevolking bekend staat om haar gezagsgetrouwheid, maar ook de belangrijkste krant. Dat bleek al op het moment dat ik kennismaakte met de actiegroep en me er bij aansloot. Iemand van hen had kort tevoren op een politieke verga dering geroepen: 'Rijshout kan branden!' Daarmee doelde hij op de stapels rijshout op het werkeiland Neeltje Jans. Het was niet meer dan een kreet en er is tijdens de actie nooit iets in brand gestoken, maar het leverde meteen een streng commentaar op van hoofdredacteur Gommert de Kok in de PZC. Hij vergeleek de leden van de actiegroep met de Tupamaros. Dat was een (in die jaren niets en niemand ontziende) guerrillagroep in Uruguay. Daarmee was de toon gezet. De actiegroep werd bij voorbaat geasso cieerd met crimineel gedrag. Zo was de start dus: aan de ene kant Rijkswaterstaat, een vrijwel unaniem landelijk en provinciaal bestuur, de waterschappen, de ZLM én de grootste provinciale krant. Aan de andere kant een actiegroep van enkele tiental len mensen. David tegen Goliath. En opnieuw zou David winnen. Hoe heeft dat 'samenraapsel' haar gelijk kunnen bevechten? Dat kon door het samenvallen van een aantal zaken waar noch overheid noch krant invloed op hadden. Je zou ook kunnen zeggen: omdat de actiegroep het tij mee had. Om te beginnen leefden we in Nederland in een aanzwellende golf van milieubewustzijn. Dat bleek onder meer uit een snel groeiend aantal milieugroepen, die vaak lawaaiig aan de weg timmerden. Daar konden de politici niet doof voor blijven. Dat konden ze zeker niet omdat er in het begin van de jaren '70 tot twee keer toe parlementsverkiezingen werden gehouden. Eerst in april 1971 (dat leverde het kabinet Biesheuvel op) en na de val van dat kabinet in november 1972 voor de tweede keer (dat leverde het kabinet Den Uyl op). De politici voerden - voor het eerst geïnspireerd door de Amerikaanse presidentsverkiezingen - in korte tijd dus twee keer campagne, waarbij ze natuurlijk ook Zeeland aandeden. Dat was een prachtkans voor de actie groep. Omdat de Oosterschelde alleen via de Tweede Kamer nog te red den zou zijn, was het logisch dat geen landelijk politicus zich in Zeeland kon vertonen of hij werd op de huid gezeten. Zo werd lijsttrekker Udink van de CHU midden op de Oosterscheldebrug tegengehouden en gedwongen om een glas zout water uit de zeearm beneden hem te drinken en te proeven hoe zuiver dat water (nu nog!) 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2001 | | pagina 27