DE ZEEUWSE VERDRONKEN DORPEN
Zeer bijzondere, hoog-
versierde kom uit Nieuw-
lande. Roodbakkend
geglazuurd aardewerk;
voorzien van appliques in
rood- en witbakkende
klei. De voorstellingen
omvatten gezichtsmaskers
(handvatten), wapen
schildjes, menselijke
figuurtjes, honden en
florale motieven. Datering
1350-1450, h 21,7-23,3
cm, diam. 45 cm (Museum
Boijmans van Beuningen,
Rotterdam).
Nieuwlande is een nog sprekender naam wat de particuliere onderzoeks-
woede betreft. Het in 1530/32 verdronken, enigszins langgerekte dorp
ontstond evenals Reimerswaal in de elfde eeuw, en werd als parochie
voor het eerst vermeld in 1242. In opdracht van het Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen is in 1926 de kerk opgemeten. In het uiterste
noordwesten van het dorp vinden we de resten van een groot huis, mo
gelijk de woning van de heren van Nieuwlande. Ten zuidoosten van de
kerk strekt het dorp zich uit over meer dan tweehonderd meter in wisse
lende dichtheid van bebouwing. Huisfundamenten, resten van straatjes
en van een (waarschijnlijke) kademuur zijn nog vrij makkelijk te traceren.
Op luchtfoto's zijn behalve deze (bak)stenen resten ook contouren van
kavelsloten te bespeuren. De opbouw van de Nieuwlandse huizen
bestond waarschijnlijk voornamelijk uit hout. Gezien de aardewerkvond
sten beleefde Nieuwlande haar bloei vanaf de latere veertiende, tot het
begin van de zestiende eeuw. De vele honderden tin/loden insignes die
er zijn gevonden dateren uit de periode 1250-1530.
Nieuwlande is vrij gemakkelijk te bereiken vanaf de zeedijk en ligt op
ruime afstand van diep insnijdende geulen; de plaats is zoals gezegd dan
ook gedurende decennia met steeds toenemende intensiteit geplunderd
door schatgravers. De opmars van de metaaldetector - een ontwikkeling
waarvan Reimerswaal door tijdige bedelving onder talud en voorland
van de Oesterdam grotendeels verschoond bleef - zorgde ervoor, dat het
dorp bekend werd als vindplaats van de meest omvangrijke collectie pel
grims- en profane insignes in Nederland. Ter vergelijking: in 1987 waren
uit de verdronken Zeeuwse dorpen Hontenisse, Valkenisse, Rilland,
Tolsende en Westenschouwen respectievelijk 1, 2, 1, 7 en 2 pelgrims
insignes bekend, tegen respectievelijk 47 uit Reimerswaal en 600 uit
Nieuwlande. De aantallen zijn sindsdien voor verschillende van de
genoemde plaatsen spectaculair toegenomen, zoals bijvoorbeeld voor
Westenschouwen, waar in 1996 onder auspiciën van de provinciaal
archeoloog een project met behulp van particuliere detectorzoekers werd
uitgevoerd - een samenwerkingsvorm die aantoont dat de particuliere
onderzoeksdrang ook tot heel positieve resultaten kan leiden. Het aantal
in Nieuwlande gevonden en geregis
treerde insignes is inmiddels
opgelopen tot minimaal 895.
In 1990/91 werd uit het oog
punt van natuurbescherming
een betreedverbod van
kracht in grote delen van
het Verdronken Land van
Zuid-Beveland, waaronder
de site van Nieuwlande.
Dit beschermt de plaats tegen
grootschalige en daarmee
schadelijke belangstelling.
197