POPMUZIEK VAN ZEEUWSE BODEM geweest. Geen clichés. Geen klakkeloze imitaties van overzeese helden. Dit was ongekend. Dit moesten ze in Amsterdam horen. Vooral Caljouw en Pouwer voelden zich snel aangetrokken tot die extra vagante kunstenaar, die hen met zijn ideeën overspoelde. De muzikanten wilden niets liever dan van hun liefhebberij hun beroep maken. Ze wil den het grote avontuur beleven. Hans Verhagen leek het pad te effenen. Snel groeide zijn invloed op de teksten, op de muziek en ook op de visu ele performance van de groep. Hij trok kunstenaar Bert Quite aan om zijn ideeën vorm te geven in beschilderde gezichten, decors met vloeistofdia's en muurschilderingen. In een mum van tijd groeide Group '69 uit van een plaatselijk beatbandje tot een buitengewoon indrukwekkend spekta kel waarin verschillende kunstvormen samensmolten. Een statement. Amsterdam In het kielzog van Verhagen trokken de vier Zeeuwen naar Amsterdam. Hans Verhagen was inmiddels hun artistieke leider geworden en trad nu officieel op als de publiciteitsmanager van de groep. Hij regelde via zijn vele contacten plaatopnames bij Phonogram. Nog tijdens die opnames werd de band omgedoopt in Dragonfly. Dragonfly betekent libelle of waterjuffer. Maar het was de tegenstelling van de draak en de vlieg die de agressieve en de poëtische kant van de band symboliseerde. Het eerste Amsterdamse optreden vond plaats in Felix Meritis aan de Keizersgracht. In dit gebouw huisde de club Provadya. Deze club trok wekelijks veel bezoekers uit het hele land met psychedelische lichtshows, films, bijzondere platen die in andere popclubs nooit gedraaid werden en optredens van Nederlandse beatbands. Op die bewuste avond trad er eerst een jazzband op. Na die band was het de beurt aan Dragonfly. De uiterst verlegen gitarist Rudy de Queljoe, die liever achter zijn versterker verscholen bleef dan in de spotlights te staan, werd als eerste het podiumpje opgestuurd. Echter niet voordat de lichten waren gedoofd. In het donker overrompelde hij de aanwezige jazz-scène compleet met zijn Jimy Hendrix -achtige gitaargeluiden. De rest van de band volgde. In het inmiddels schemerdonker voltrok zich een ongekend spel van licht en geluid. Dragonfly was een sensatie en het publiek was compleet van de kaart. De combinatie van de dynamische psychedelische muziek met poëtische teksten, gebracht door vier gestaltes in extravagante gewaden met beschilderde gezichten maakte diepe indruk. Dit had niets van doen met al die beatbandjes die probeerden hun Engelse en Amerikaanse voor beelden na te apen. Dit was pure, rechtstreeks uit de geest ontsproten kunst. Deze muziek was als een LSD trip. De progressieve Amsterdamse scène rond Hans Verhagen, waarin zich mannen bevonden als Ramses Shaffy, Simon Vinkenoog, Wim T. Schippers en de af en toe uit Rotterdam overwaaiende Jules Deelder, die zich toentertijd nog Julies the Joint noemde, omarmde en adopteerde de band. Dit was hun muziek. Muziek die brak met het verleden. Muziek die alles wat daarvoor gemaakt was 168

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2001 | | pagina 170