Naar zee DANIËI JAN PIETER BRUINOOGE Oktober 1956: Suezcrisis. November 1956: Hongaarse opstand, Russische troepen trekken Budapest binnen. December 1956: Fidel Castro landt op Cuba. Even een paar wereldgebeurtenissen die de tijd van toen tekenen. Het was in die tijd, begin 1957, dat Daan naar zee ging. "Waarom, Daan?" "Ja, het avontuur, hè. De wereld in. En daar had je in die tijd maar één mogelijk heid voor. Dan ging je varen." "Ik ben naar de Westzeedijk gegaan in Rotterdam. Daar had je de beurs. Ik had een monsterboekje. Ze zeiden tegen me: "Het is een Liberiaan, vind je dat erg?". Ik zeg: "Nee, dat vind ik niet erg""Het is een tanker"zeiden ze. Dat vond ik ook niet erg. "Het is dertien maanden." Ik vond niks erg." Het viel tegen en het werden geen dertien maanden. Wat er tegenviel? Niet zozeer dat er wel twaalf of vijftien verschillende nationaliteiten aan boord waren en ook niet dat hij zeven dagen in de week tien uur per dag moest werken, hoewel het lange werkweken waren. Wat tegenviel was dat ze nauwelijks aan de wal lagen, dus dat er van stappen niet zoveel terecht kwam, laat staan wat van de wereld zien. "Die tanker was 38000 ton en als je dan in de Perziche Golf dat schip vol laadde, dan gingen we om de Kaap (het Suezkanaal, daar kon je toen nog niet door met zo'n groot schip) naar Philadelphia ofPunte Cardon in de Golf van Venezuela en dan gooiden ze hem daar leeg en dan ging je weer opnieuw halen." "Wat moest je doen aan boord?" "De hutten van de bediendes schoonmaken, bar aanvullen, algemene schoon- maakklussen. En aanpoten hè. Ja, daar heb ik wel leren werken! Ik heb daar ook veel zwarte sneeuw gezien Na tien maanden - waarom, dat weet hij niet meer - deed het schip Rotterdam aan. Daan kon afmonsteren. Hij trad vervolgens in dienst bij de Vereenigde Nederlandsche Scheepvaartmaatschappij, die de Holland- Afrika Lijn, de Holland-Australië Lijn, de Holland-Britsch Indië Lijn en de Holland-Oost Azië Lijn exploiteerde. De VNS was een grote rederij met tientallen schepen, die uiteindelijk is opgegaan in Nedlloyd. Daan kwam op de Holland-Afrika Lijn terecht. Het eerste jaar als bediende Algemene Dienst. Nog steeds moest hij alle mogelijke shitwerk (de uit drukking is van Daan) doen. Maar hij heeft het er daarna snel gemaakt. Na een jaar werd hij passagierssteward. Cabin steward. Hutbediende heet dat op z'n Nederlands, "ja, dat moet je je natuurlijk wel even realiseren, in die tijd was Mozambique nog gewoon Portugees en Kenia Engels. We namen de ci vil servants mee en de planters en zo. Er werd nog niet zoveel gevlogen in die tijd." Na twee trips als cabin steward werd hij barkeeper en kreeg hij 'de kapi teinstafel'. Daan: "Dat verdiende een hoop geld. En ik ben opmerkelijk jong, dat durf ik wel te zeggen, op mijn 21ste, chef-hofmeester geworden. Op een boot met 36 passagiers. Direct onder de gezagvoerder, zal ik maar zeggen. Ik was hoofd van dienst. Ik had vijftien man personeel. Alleen de koksmaat was jonger dan ik. Ik had stewards en koks onder me, die waren veertig, vijftig jaar. En ik was 21! Daar heb ik wel geleerd hoe je met mensen om moet gaan en hoe je leiding moet geven, wat niet enkel van een rang komt". 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2000 | | pagina 85