HOUTEN VISSERSSCHEPEN VAN DE DELTA Ze verwees de mosselvissers naar de Staten van Zeeland. Het oproer verplaatste zich naar de woning van de baljuw in Bruinisse, Middelburg vonden de mannen kennelijk te ver. De baljuw koos eieren voor zijn geld en enkele dagen later werd de ordonnantie demonstatief verscheurd. In 1825 werd bij Koninklijk Besluit het beheer van de visserij opgedragen aan het 'Bestuur der Visscherijen op de Schelde en de Zeeuwsche Stromen'. De mosselpercelen werden toen bij loting, vrij van pacht aan de vissers toegewezen. Houten schepen, 'ijzeren' mannen op de kaai van Vlissingen in 1890. Aan de truien kon men vaak de plaats van herkomst herkennen. Mossels en oesters Door een gunstige combinatie van bodemgesteldheid, watertemperatuur, zoutgehalte, stroming en voedselrijkdom heeft het voormalige estuarium Oosterschelde al eeuwenlang een belangrijke kraam- en kinderkamer functie voor talloze vis- en schelpdiersoorten. De visserij op de Ooster schelde en op de andere Zeeuwse wateren maakte in de tweede helft van de negentiende eeuw een gunstige ontwikkeling door. Naast het vissen op soorten als kabeljauw, makreel, haring, paling, schar en tong (het 'jagen' op het water), had de schelpdiercultuur op mossels en oesters (het 'boeren'op het water) al een grote vlucht genomen. Omstreeks 1850 bevonden zich ten oosten van Yerseke uitgestrekte oester- en mosselban- ken. Op een oktoberdag, wanneer het oesterseizoen begonnen was, kon men er soms wel 400 zeilschepen, meest hengsten en hoogaarzen, waar nemen. De vissers kwamen overal vandaan, zelfs tot uit Bouchoute, gelegen aan de Braakman in België. De oesterbaronnen Er zijn een paar data belangrijk in de geschiedenis van de Zeeuwse visserij. Vrijdag 6 mei 1870 is er een van. In de herberg van Van Rhee in Tholen zit het vol met sjofel geklede vissers met petten en op klompen. Met rijtuigen worden deftige heren met hoge hoeden aangevoerd. Ze heten Groeninx van Zoelen, Pompe van Meerder- voort, Verschoor van Nisse, enz. Die middag worden de oester percelen in de Oosterschelde bij Yerseke openbaar en bij opbod verpacht. De sfeer is er om te snijden en niet alleen vanwege de sigarenrook. De vissers morren en worden opstandig want van ouds her bedreven zij de oestercultuur. Maar uiteraard winnen de rijken, zij komen in bezit van de meeste 65

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2000 | | pagina 67