MEER DAN HONDERD JAAR LOONTJENS
1925. Trouwfoto Hector
Loontjens en Emilie van
Opdorp.
In Goes was Hector Loontjens niet de enige Belgische vluchteling. In de
Nieuwstraat woonde en werkte de ook gevluchte mandenmaker Cyril
Borghgraef, die getrouwd was met het Goese meisje Betsie Meyering.
Behalve manden maakte hij ook rieten stoeltjes, die Loontjens van hem
kocht en weer afzette bij horeca-ondernemingen. Niet alleen dicht in de
buurt, bijvoorbeeld bij 'De Prinse', zoals het gemengde zalenbedrijf 'De
Prins van Oranje' kortweg werd genoemd, maar hij leverde ze onder
andere ook aan het Domburgse Badhotel. Behalve een biljart- en meubel
makerij is H.A. Loontjens dus al heel snel eveneens de weg van de leve
ring van horeca-inventarissen opgegaan. En dat is dan het tweede punt
van belang uit de Goese periode.
Dimmen Breen (geboren 1914), de laatste exploitant van 'De Prinse', her
innert zich nog uit zijn vroege kinderjaren hoe Hector op de fiets bij zijn
vader kwam om pomeransen en krijtjes te verkopen. Er stond volgens
hem ook een door Loontjens gemaakt biljart. 'De Prinse' was in die tijd
een sociëteit en bovendien een horecabedrijf aan een van de belangrijke
invalswegen naar Goes. Boeren die uit de omtrek naar de markt kwamen,
stalden hun paarden in de naastgelegen stalhouderij. Zij en hun vrouwen
dronken koffie en een borreltje voor ze gingen 'markten' of winkelen en
eveneens als ze weer weggingen. Later werd dat allemaal anders en
kreeg 'De Prins van Oranje' meer de functie van een zalencentrum. In die
tijd heeft hijzelf, om ruimte te winnen, het biljart weggedaan. Toen heeft
hij weer stoeltjes en tafeltjes bij de firma Loontjens gekocht. Dimmen
Breen: "Die Loontjens, dat was een harde werker, hè, een doorzetter. Dat heeft
hij ook altijd bewezen. En dat zit er bij die jongens ook in, hè." Die jongens.
Hij bedoelt Stan en Hector junior.
Naar Middelburg
In 1924 vertrok H.A. Loontjens met zijn bedrijf uit Goes
naar Middelburg, naar de Vlissingsestraat, nummer 161a,
dat historisch de naam 'Ossenhoofd' had en dat een eeuw
eerder als pakhuis was verkocht. De plek maakt thans deel
uit van de gebouwen van de Diensten Stadsbeheer en
Stadsontwikkeling van de Gemeente Middelburg. Dat was
destijds naast grossier Maljers en tegenover het expeditie
bedrijf 'De Voorwaarts'. De grossier bezorgde de straat
vanwege het door hem aangetrokken verkeer de bijnaam
'Straatje van Maljers'. De mensen van het expeditiebedrijf
keken hun ogen uit hoe hun overbuurman Loontjens veel
meer tafeltjes en stoelen in een auto wist te laden dan ze
zelf voor mogelijk hielden.
Zeven jaar later verhuisde het bedrijf opnieuw. Nu naar
een groot pand aan de Dam, dat thans het nummer 21 heeft.
Sindsdien is dat het domicilie en hoofdkwartier van de
familie en de diverse bedrijven Loontjens, in slechte en
goede tijden, met een onderbreking van 1954 tot 1969.
19