J O H A N WILLEM WEUG Nieuwdorp naar de dijk van de Bijleveldpolder, waarlangs de Schotten kans zagen vaste voet op Walcheren te krijgen. Een week later was Walcheren bevrijd en vond Weug Vlissingen geheel in puin terug. Hij trad in dienst bij Van Rietschoten en Houwens, een onderaannemer van De Schelde, die er het elektriciteitsnet moest herstel len. Later keerde hij weer terug naar de bedrijfstekenkamer van de scheepswerf, die, als door een wonder gespaard was van vernietiging. (Zie De engel van Vlissingen, Walacria 8). Toch bleef Krabbendijke nog in beeld. Weug vertelde dat de geallieerden grote elektromagneten op de dijk hadden geplaatst in een poging de besturing van de Vl's en de V2's te ontregelen, die op Antwerpen waren gericht. En ook over de ML (MotorLaunch) die met sleeplichtjes over de Westerschelde voer om de Duitsers de illusie te geven van een konvooi dat naar Antwerpen opstoomde. Na de bevrijding werd de padvinderij in Vlissingen met hulp uit Engeland weer zo snel mogelijk op poten gezet om de ontwortelde jeugd in het gareel te krijgen. De scholen waren nog niet begonnen en er zwier ven rivaliserende jeugdbendes door de kapotte stad, voorzien van allerlei wapentuig. Dan zien we in mei 1945 Weug weer terug als hopman. Op het bureau van Civil Affairs zag hij tot zijn verbazing de kaart van Walcheren terug die hij zelf had getekend. Als curiositeit, want de geal lieerden gebruikten die kaarten alleen om hun luchtfoto's te controleren, waarop ongelofelijk veel meer details waren te zien dan op de kaarten die de leden van de Geheime Dienst Nederland met levensgevaar had den gemaakt. Bevrijdingsfeesten in mei 1945. De rechtse padvin der is hopman Jan Weug in een voor hem karakte ristieke houding. 199

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2000 | | pagina 201