JOHAN WILLEM WEUG Jan Weug in 1940 in zijn padvindersuniform. Maandelijks rukte de padvindersgroep uit in vol ornaat met stok en hoed en voorafgegaan door tamboers en hoornblazers. Wie zou in dit Vlissing- se decor geen rol willen spelen? Op weg naar school passeerde je de Stenenbeer met het Droge Dokje waar de veerboten en de loodsboten werden 'geknipt en geschoren' en zo van hun aangroeisels ontdaan. We hingen achter het gaas te kijken en nadat het dokje was vergroot, konden er de onderzeeboten worden afgebouwd, waarbij ze hun geheimen aan ons bloot gaven. De hoogtepunten waren de tewaterlatingen van de passagiersschepen. Dat moest je gezien hebben, ook al omdat er van alles mis kon gaan. Zon scheepswerf maakt je jongenswereld wel heel wat spannender dan bijvoorbeeld de Vitrite fabriek in Middelburg waar ze koperen lampvoe ten maakten. Hoe de Middelburgse jeugd daar inspiratie uit kon putten was ons een raadsel. In het geval dat ouders zich geen middelbare schoolopleiding voor hun kinderen konden veroorloven, lag de leerschool van De Schelde voor de hand, vooral als je vader en grootvader daar al werkten. Een studiebeurs werd wel aangeboden, maar die moest worden terugbetaald bij tegenvallende studieresultaten en dat betekende een te groot risico. En zo ging Jan Weug op veertienjarige leeftijd de poort van De Schelde binnen, om er in 1987, na vijftig jaar, als directeur weer uit te komen. Eerst behaalde hij het Bemetel-diploma (Bedrijfsopleiding Metaal en Elec- trotechniek) en daarna ging hij door voor de cursus PBNA werktuigbouw. Karakter en doorzettingsver mogen had hij al getoond door 's winters in de koude zee door te blijven zwemmen, maar op school kreeg je niet veel mogelijkheden om je te profileren. Van padvinder tot onderduiker Het is opvallend hoeveel sneller men bij de padvin derij in de gaten had dat er leiderscapaciteiten in de welpjes of verkenners verborgen zaten, die ver volgens alle ruimte kregen om zich te ontplooien. De carrière van Jan Weug in de scoutinggroep was dan ook zeer overtuigend. In 1929 werd hij welp bij de C.J.M.V.-padvindersver- eniging, waar de oranje dassen toch meer de toon aangaven dan de Christelijke Jonge-mannen. Inl933 werd hij verkenner en assistent-patrouileleider en in 1938 troepleider. Hij was bijzonder leergierig en had intussen alle bestaande insignes behaald en daarna de meeste schouderkoorden. Echter niet het Woud- loperkoord, waarbij ook sterrenkunde en meteoro logie kwamen kijken met een stage op het KNMI- 194

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2000 | | pagina 196