SLUIS-AAN -ZEE
Daarna begon het menselijk ingrijpen een belangrijke rol te spelen.
Er werden slootjes en kanaaltjes gegraven om het overtollig water af te
voeren. Er werden dijken aangelegd in de 10e en 11e eeuw. De dijken
hadden de bedoeling om het bewoonde en bewerkte land tegen de zee
te beschermen.
Het Zwin is dus ontstaan als gevolg van een opeenvolgende reeks van
processen van overstroming en verlanding en van menselijk ingrijpen.
De oorspronkelijke vorm met een breed uitgeschuurde kreek tussen
Knokke en Cadzand, zoals wij die nu kennen, dateert uit de 3e eeuw
en is later onder de naam 'Sincfal' bekend geworden.
In het jaar 1134 trof een zeer zware stormvloed een deel van de Vlaamse
kust. De dijken hielden hier redelijk stand, maar in het niet beschermde
Sincfal liep het zeewater naar binnen en schuurde tot Damme een smalle
geul uit. Die nieuw gevormde geul was het eigenlijke 'Zwin'.
Brugge werd met het Zwin verbonden door een kanaal, dat tot Damme
reikte. Via een sluis konden schepen van het Zwin naar dat Brugse
kanaal varen. Omgekeerd natuurlijk ook.
Damme was het uiterste puntje dat door het Zwin aan zee lag en tot waar
de grotere zeeschepen konden komen. De goederen werden hier overge
slagen op kleinere binnenschepen en naar Brugge gebracht. Dankzij het
Zwin is Brugge in de late Middeleeuwen uitgegroeid tot één van de
belangrijkste commerciële centra van die tijd.
Naarmate de Zwingeul tussen Damme en Sluis steeds meer begon te ver
zanden, werd Sluis steeds belangrijker. Rond 1400 konden de meeste zee
schepen, die uit de Middellandse Zee, de Oostzee en de Noordzee kwa
men, niet meer voorbij Sluis komen. Daar werden hun veelsoortige ladin
gen op kleinere boten overgeladen. Zo werd Sluis een belangrijke trafiek
haven voor het Vlaamse achterland. Vóór 1600 herbergde de stad boven
dien een van de voornaamste vissersgemeenschappen in het graafschap
Vlaanderen.
Na 1600 gaat het met de economie van Sluis slecht, voornamelijk vanwe
ge de vergaande verzanding van het Zwin. Door de militair-strategische
ligging kreeg de stad een militaire functie. Er werden vestingwerken aan
gelegd en er kwamen een garnizoen en talrijke militaire gebouwen, zoals
een kruitmagazijn, kazernes, een arsenaal en dergelijke.
Rond 1700 was het Zwin, ter hoogte van Sluis, zover dichtgeslibd dat
zelfs pogingen om het water weer bevaarbaar te maken mislukten. Tot
ongeveer 1860 was er nog een verbinding van Sluis met het Zwin. Kort
daarna was de verlanding volledig en volgde afdamming. De nieuwe
polder kreeg de naam Sluissche Havenpolder en werd geschikt gemaakt
voor agrarisch grondgebruik. Sluis bleef voor de binnenscheepvaart
bereikbaar via het kanaal BruggeSluis.
In de Tweede Wereldoorlog werd Sluis vrijwel geheel verwoest. Na het
bombardement in 1944 lag de stad in puin. Tussen 1945 1960 is Sluis
weer opgebouwd. Slechts het oude marktplein en de haven stralen nog
iets uit van de sfeer van vroeger. Door de verwoesting van 1944 en de
naoorlogse wederopbouw heeft Sluis een enigszins ambivalent karakter.
181