DE WESTERSCHELDE Een vergelijking van een luchtfoto uit 1935 (boven) en 1992 (onder) tonen het verlies aan schor en tevens de gelijk gebleven ligging van de geul. Paulinaschor Van de oorspronkelijke Braakman, die een halve eeuw geleden nog een groot en waardevol natuurgebied was, resteert nog amper 80 hectare, het Paulinaschor. Een zoutwaterschor met zoutmelde, zeekraal, schorrekruid, zeeaster en zeeweegbree. De beste broedplaats voor de tureluur in Zeeuws-Vlaanderen, 35 paar. Interessant is een vergelijking van luchtfo to's van dit gebied uit 1935 en 1992. Twee dingen vallen op, ten eerste het verlies aan schorareaal, waarbij een voorliggend schoreiland volledig ver dwenen is, en in de tweede plaats de gelijk gebleven ligging van het res tant van de afvoergeul, die nog op dezelfde manier meandert als zestig jaar geleden. We hebben allemaal op school geleerd, dat meanderen bete kent dat een stroom aan de buitenbocht afkalft en aan de binnenbocht aanlandt. Hier blijkt dat voor zo'n proces soms eeuwen nodig zijn. De schorren langs het noorden van de Westerschelde We steken de Schelde over naar de Bevelandse kant en daar ligt pal onder de 'rook' van de kerncentrale een sluftertje, de Ka loot, waar Hans Warren als jongen vogels leerde kijken. Het zijn nu vooral reigers die bij de koelwatergoot profiteren van de honderden dode vissen die daar per dag naar de Schelde terug stromen. Nog onlangs is op de Kaloot door Chiel Jacobusse de schorviltbij gevonden, een insect dat alleen op Nederlandse schorren aangetroffen werd en dat al 25 jaar kwijt was. Voorbij het Fort Ellewoutsdijk, dat we boven de dijk uit zien steken, ligt het Zuidgors, een hoog opgewassen schor waar Natuurmonumenten het beheer voert en waar veel vogels broeden, waaronder de blauwborst en de bruine kiekendief. Even verderop ligt het kleine Schor van Baarland, vrij toegankelijk, waar jaarlijks vele bussen biologiestudenten de schorontwikkeling in al haar Paulinaschor. 159

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2000 | | pagina 161