DE TOEKOMST VAN HET LANDSCHAP De radiale wegenstructuur rond Zierikzee wordt benadrukt door een stelsel van dubbelzijdige struikhaagbeplantingen. De huidige, veelal enkelzijdige, boombeplantingen met voornamelijk veldiepen worden hiertoe, met uitzondering van de Boerenweg die recent van een nieuwe boombeplanting is voorzien, omgevormd en aangevuld. Door in de nabijheid van de stad te werken met een dubbelzijdige beplanting en de radiale wegenstructuur te benadrukken ontstaat nabij Zierikzee een landschappelijke sfeer, die bij het historische karakter van de stad past. Ook voor de toeristische 'westhoek' worden dubbelzijdige struikhagen voorgesteld. Door dubbelzijdige beplantingen toe te passen wordt een onderscheid gemaakt met het centrale deel van Schouwen rond de Prunje. Enerzijds biedt de dubbelzijdige beplanting meer beschutting aan de toeristische fietser en anderzijds wordt de ecologische betekenis van het wegstruweel vergroot. De beplantingssamenstelling van de struikhagen is analoog aan Walcheren. Beplantingsplan Duiveland Mede door het ontbreken van de dijkbeplantingen wordt de opbouw van het landschap met name aan de Duivelandse kant als onsamenhangend ervaren. Het is gewenst de verschillende onderdelen van Duiveland meer een eigen gezicht te geven. Die onderdelen zijn de polder Vierbannen van Duiveland, de polder Dreischor, de Bruinissepolder en de tussen gebieden. In het groenstructuurplan wordt voorgesteld om de ringdijken rond de polder Vierbannen van Duiveland en de polder Dreischor van een monu mentale beplanting te voorzien. De Schouwse dijk en de Bettewaardse- dijk zijn eigendom van het waterschap. Binnen de bovengenoemde polders wordt voorgesteld consequent met struikhagen te werken. Dit in contrast met de tussengebieden waar het karakter door opgaande bomen rijen bepaald wordt. Met de aanplant van de bomen is reeds na 1987 een begin gemaakt. Het consequente gebruik van struikhagen binnen de polders Dreischor en Vierbannen vergroot, in combinatie met de boombeplanting op de dijken, de herkenbaarheid van de gebiedsdelen. Daarnaast is er sprake van een ecologische meerwaarde. De struikhagen vergroten de versprei- dings- en ontwikkelingsmogelijkheden voor vogels, insecten en kleine zoogdieren. Ook de dijkbeplanting kan ten behoeve van de ecologische betekenis plaatselijk van een onderbeplanting worden voorzien. De Bruinissepolder blijft, met uitzondering van de voormalige Veerweg naar Zijpe, een onbeplante polder, dit in contrast met de beplante tussen gebieden. De mogelijkheid wordt open gehouden om de beplantings structuur in het gebied rond Sirjansland nader aan te passen aan de voorgenomen bouw van ca. 40 ha kassen in dit gebied. 144

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2000 | | pagina 146