DE TOEKOMST VAN HET LANDSCHAP Door de populieren op de dijken krijgt het land schap van Tholen in de Ravensoordpolder een besloten karakter. Tholen Het buitengebied van het eiland Tholen omvat ca. 11.430 ha en bestaat uit 62 polders. Tholen biedt een staalkaart aan Zeeuwse landschappen. Sterk besloten gebieden met kleine polders, zoals in de Zak van Zuid-Beveland, worden afgewisseld met grootschalige open landschappen. Tholen is bovendien rijk aan kreekresten, die in een verschillend stadium van ver landing in de polderstructuur zijn opgenomen. In de 13e eeuw bestond Tholen nog uit vijf losse eilanden. In de eeuwen daarna groeiden deze door afdamming van kreken en bedijking van slik ken en schorren geleidelijk aaneen. De landschappelijke hoofdstructuur wordt hierdoor vooral bepaald door de dijken. Het heeft in het verleden veel moeite gekost delen van Tholen permanent tegen de zee te beschermen. Dit geldt met name voor het oudland van Scherpenisse en Poortvliet en Malland. Van de Scherpenissepolder is bekend dat de oorspronkelijke zeedijk ca. 500 m verder zuidwaarts heeft gelegen. In ruimtelijke zin is de bedijkingshistorie na de ramp en de ruilverkave lingen niet meer goed te zien. Met name de oude eilandkernen zijn nau welijks nog als oudland herkenbaar. Het stelsel van dijken is echter nog grotendeels onaangetast. Zowel in ruimtelijk als in ecologisch opzicht vertegenwoordigen de dijken een grote waarde. Ze geven het landschap beslotenheid. Vooral de noordoostkant van het eiland maakt, mede door de aanwezige beplanting op de dijken, een coulisseachtige indruk. Oudlandgebieden zijn na de ramp grootschaliger en opener geworden. Van de oorspronkelijke verkavelingsstructuur is nauwelijks iets overge bleven. Het poelgebied de Poortvlietseweihoek is vrijwel niet meer als 136

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2000 | | pagina 138