Vakantie van Nederlanders in Zeeland BEN ZIELSCHOT In ZL 1 en 2 werd een sociaal-economische schets van Zeeland gegeven. In een jaar tijd veranderen de cijfers niet zo erg veel. Daarom is er voor gekozen om deze keer eens te kijken naar de rol van Zeeland in het vakantiegedrag van de Nederlandse bevolking. Ook al lijkt het dat Zeeland in de zomer overspoeld wordt door Duitsers, in aantallen hebben vakantievierende landgenoten nog steeds de overhand. Ruim 60% van het aantal overnachtingen betreft die van landgenoten. Wie dat zijn, waar ze van daan komen en de ontwikkelingen hierin wordt in dit verhaal uit de doeken gedaan. Hierbij is uitgegaan van een intern provinciaal rapport, dat eind maart 1999 gereed kwam. In dit artikel blijven de onderzoekstechnische aspecten en definities zoveel mogelijk achterwege en valt het licht vooral op de resultaten. Sinds 1987 neemt de provincie Zeeland financieel deel aan het Continu Vakantie Onderzoek (CVO). Het doel van dit onderzoek (gebaseerd op een landelijke steekproef van netto ca. 3.500 personen) is het continu in kaart brengen van het vakantiegedrag van de Nederlandse bevolking. Het cijfermateriaal leent zich niet tot het van jaar tot jaar exact vaststellen van mutaties tot in details. Op zijn best kan er een trend worden bepaald door jaren te combineren. Het CVO verdeelt Zeeland in twee gebieden: de Noordzeebadplaatsen en het Deltagebied. Tot de Noordzeebadplaatsen werden tot 1997 gerekend de gemeenten Westerschouwen, Domburg, Westkapelle, Valkenisse, Vlissingen, Oostburg en Sluis-Aardenburg. Tot het Deltagebied de overige Zeeuwse gemeenten. Vanaf 1997 is het Noordzeebadplaatsengebied ten gevolge van gemeentelijke herindelingen groter geworden en bestaat het uit de gemeenten Schouwen- Duiveland, Veere, Vlissingen, Oostburg en Sluis-Aardenburg. In de praktijk blijkt dat bij de interpretatie van ontwikkelingen ten opzichte van voorgaande jaren vooral met de weersomstandigheden in de zomer rekening gehouden dient te worden. De zomer van 1998 was vrij matig: warm, nat en somber. Dit in tegenstelling tot de zomer van 1997, die tot de vrij goede zomers gerekend wordt: warm, droog en zeer zonnig. 197

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1999 | | pagina 199