OOSTERSCHE De verdronken landen behoren tot de grootste archeologische 'troe ven' van Zeeland. Er moet dus iets mis zijn met de uitgangspunten van het rijksbeleid. De uitzichtstoren van Belvedere is zo hoog dat men er alleen opeengepakte waarden kan onderscheiden, en dan nog alleen met de verrekijker. Het stapelen van ongelijksoortige, slechts onder eenzelfde beleidsnoemer vallende waarden neigt naar het absurde, omdat zo'n benadering puur kwantitatief is, alsof men uit eenlopende culturele entiteiten kan optasten en optellen als zakken graan. Een mogelijke overweging dat bedreigende ruimtelijke plannen niet te vrezen zijn in gebieden waar de Natuurbeschermingswet aan de orde is, wordt gelogenstraft door het feit dat bescherming van natuur- en archeologische waarden lang niet altijd samengaan: dat blijkt wel wanneer archeologen uit moeten rukken omdat weer ergens een kikkerput moet worden gegraven. Is de geconstateerde beleidsarmoede dan uitsluitend te wijten aan de telraam-mentaliteit van beleidsmakers, van politiek, ambtenarij en de nog verse beroepsgroep der beleidsarcheologen? Nee: ook de traditie en praktijk van de archeologie als wetenschap die materiële sporen bestudeert, is er debet aan. De door middel van veldkartering en -controles gewaarborgde Archeologische Monumentenkaart (AMK) van Zeeland, die dit jaar gereedkwam, is ook nogal mager waar het het Verdronken Land van Zuid-Beveland en de overige Oosterschelde betreft. Deze kaart wordt het basisinstrument voor de archeologische monu mentenzorg en beleidsadvisering in Zeeland. In het Verdronken Land van Zuid-Beveland geeft de AMK slechts enkele locaties van verdronken dorpen aan. Oorzaak: van veel van de in dit gebied gelegen plaatsen is de exacte ligging (nog) niet bekend. Van andere kennen we de locatie alleen bij benadering; van sommige zijn naar verwachting alle sporen verdwenen door de werking van de stroom- geulen. Linkerpagina, boven: Gedenksteen bij de Rattekaai (Zuid- Beveland), met de naam van ir. De Muralt. Linkerpagina, onder: Betonnen dijkversterking uit de periode van ir. De Muralt. Het archeologisch document Van sommige zijn alle sporen verdwenen, zei ik - tenzij op papier en andere informatiedragers. Een belangrijk bestanddeel van het archeo logisch kennisbestand en dus van het archeologisch erfgoed, is het archeologisch document. Het geheel van dat erfgoed is makkelijk op te delen in drie hoofdcategorieën: de manifeste categorie van opge graven of anderszins blootgelegde en geconserveerde archeologische sporen, de potentiële categorie van bekende, maar nog niet aan het licht gebrachte sporen in de bodem of onder water, en tenslotte de terugverwijzende of anaforische categorie. Deze laatste bestaat uit verwijzingen naar verdwenen archeologische sites of objecten in publicaties, archivalia en andere documentatie. 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1999 | | pagina 47