ALDO VAN EYCK Een positie langs de Loskade, aanvankelijk de favoriete plek van Van Eyck, werd een onmogelijkheid na de kaveltoedeling in oktober 1987. Resteerde de kavel op de kop van de Dokhaven. Een plek met meer problemen dan oplossingen, maar als die eenmaal konden worden opgelost, de allermooiste plek tussen de eeuwenoude bebouwing, de kleine toeleidende straatjes (die velen zo graag hadden willen afbre ken, wat Van Eyck, gesteund door het gemeentebestuur, weigerde), de jachthaven, de nieuwe gebouwen. Het stedelijk koppelstuk van alle sferen en functies, met een speciale brede ontsluiting naar de Loskade. Zijn verlangen naar een openbaar gebouw koppelde Van Eyck aan zijn idee om samen met zijn vriend Karei Appel een architectonische, driedimensionale vorm te bedenken, die architectuur, beeldhouw kunst en schilderkunst combineerde. Reeds in oktober 1986 werd in het College van B W besloten om over dit project oriënterende besprekingen te starten met inschake ling van Karei Appel. Deze beslissing markeert het beginpunt van een wonderbaarlijke episode in de naoorlogse bouwgeschiedenis van Middelburg. Het stedelijk imago werd voorzien van de ingrediënten die een infarct zouden opwekken, waarvan de krampen tot op heden in alle hevigheid voelbaar zijn. In april en in mei 1987 konden in Parijs besprekingen worden gear rangeerd met Appel. Niet dat de sfeer van die gesprekken te snijden was, maar de atmosfeer had wel iets kneedbaars. Het verslag aan B en W luidt: "De heer Appel toonde zich iemand die niet meer staat te trappelen. Is beleefd, maar neemt afstand. De ondertoon is sceptisch en achterdochtig. Dit wordt veroorzaakt door zijn ervaringen met de politieke besluitvorming in Rotter dam en Amsterdam in het verleden. Volgens zijn mededelingen waren toen zelfs al kredieten beschikbaar, maar werden de plannen door politieke compli caties toch niet gerealiseerd. Hij vreest een herhaling en wil zichzelf de moeite besparen." In de jaren die volgden was er regelmatig schriftelijk contact tussen de gemeente en Appel over de voortgang en het verried de vastbera denheid, waarmee deze keer de realisering van een museaal gebouw zou worden aangepakt. Het wachten was op het ontwerp van Aldo en Hannie Van Eyck, waarvoor de opdracht was verstrekt op 25 mei 1987 in een gezamen lijke brief aan Appel en aan het echtpaar Van Eyck. Zo verstreken enkele jaren, waarin gesprekken met grote regelmaat plaatsvonden en de Maisbaai zijn voltooiing naderde, evenals de indrukwekkende reeks gebouwen die Van Eyck in die periode te ontwerpen kreeg en ook realiseerde. Des te verrassender was het telefoontje van 6 mei 1991, waarin Mevrouw Van Eyck meedeelde, dat het schetsontwerp voor het 192

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1999 | | pagina 194