ALDO VAN EYC
en imiteerde een laffe slijmbal uit de Amsterdamse politiek, "als U
niet zo moeilijk was, hadden wij U misschien wel gevraagd voor het Amster
damse stadhuis". Nu verrees er "een poffertjeskraam aan de Amstel".
Een vechtersbaas in de fysieke zin van het woord was Van Eyck niet.
Des te gedenkwaardiger is zijn versie van het incident, dat zich
afspeelde bij een concert van Stockhausen. Een toehoorder verstoorde
de uitvoering dermate, dat Van Eyck voor deze keer besloot om aan
zijn vermanende woorden geweld toe te voegen. Hij deed dat echter
zo onbeholpen, dat hij al buiten gevecht gesteld was nog voordat hij
zijn arm voor het uitdelen van de eerste klap had kunnen opheffen.
Over dit naïeve optreden kon Van Eyck met zijn gevoel voor humor
smakelijk vertellen.
Zo kon hij ook zijn woorden en pleidooien relativeren, evenwel zon
der de intrinsieke boodschap te verloochenen. In de Middelburgse
Oostkerk heb ik hem horen beweren, "niet tot de slechtste architecten
van Nederland te behoren" (15 mei 1992). Zondermeer een opvallend
understatement, tevens een aanduiding van zijn toegankelijkheid en
bereidheid elke discussie te heropenen. Bij alle ontmoetingen bleek
Het vitriteterrein in 1985. zijn bereidheid tot overleg.
180