T mokkelroutel ZEEUWS-VLA ANDER EN s? s^- H ij was een smokkelaar... Befaamd of berucht. Hij verdiende, hoe dan ook, de Smokkelroute, die ons thans recreatief deugd doet. Men kan zich voorstellen, dat in die nog tamelijk recente tijden wanhopige mensen naar uitwegen hebben gezocht, die niet spoorden met de bedoelingen van wetgever en wet. Befaamd en berucht waren de botersmokkelaars, die poogden te ontsnappen aan het asociale dwangbuis. Er is nog iets bij voor te stellen, evenals bij de verbeten strijd tussen de wetshandhavers, zoals de douaniers, en de smokke laars. List werd tegenover list geplaatst. De verhalen behoren tot de 'culturele' erfenis van die tijd. Die smokkel is over en uit. Grimmiger, maar ook drabbiger, is de drugssmokkel, die in deze tijden de kop op heeft gestoken. Die is pas echt schadelijk door de slachtoffers aan het eind vair de lijn, de misdaadlijn. Het hoort onvermijdelijk bij deze tijd, nu de cultuur veramerikaniseert, of zo men wil, globaliseert. Oude waarden liggen onder vuur. Ze vormen de enige defensielijn die wij hebben. Als zij vervagen, of zelfs verdwijnen, dan zijn we gezien. Over en uit. Maar zover is het nog niet. De mens heeft gelukkig een vitaliteit die hem vele rampspoeden doet keren. Dat is een troostrijke gedachte, niet alleen voor een kwetsbaar grensgebied als Zeeuws-Vlaanderen, maar ook voor de giganten als wereldhavenstad Rotterdam en de wereldluchthavenstad Amsterdam. De mist trekt op boven het Zeeuws-Vlaamse land. Twee vrije gasten De mist daalt neer op dit schiereiland, aan drie zijden begrensd door water. De mist en de schemering en de flauwe schijn van de maan toveren een Shakespeareaans landschap voor de ogen van de weinigen, die zich nu nog buiten bevinden. Twee wandelaars buiten het dorp Eede, niet ver van de Belgische grens, behoren ertoe. Zij zijn in druk gesprek gewik keld en hebben weinig oog voor het landschap, waarmee zij zijn vergroeid. Ze zien er potsier lijk uit. De een draagt een soldatenuniform, dat duidelijk zijn beste tijd heeft gehad: met modder besmeurd, versleten en rafelig aan alle kanten. Deze figuur leunt op een lange stok. Een verwonding aan een voet maakt, dat hij zich meer strompelend dan marcherend voortbeweegt. Zijn monosyllaben maken, dat zijn partner het hoogste woord kan hebben en ook heeft. Die oogt als een man in de kracht van zijn leven, eenvoudig, doch toch wel joyeus gekleed, voornamelijk door de kleurstelling van zijn overhemd, zijn vest, kniebroek, kou sen en laarzen, alsmede een vrolijke pluim op 143

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1999 | | pagina 145