ARTS ZONDER GRENZEN afschuw van overbevolking heeft en haar Lebensraum door tweeënveertig mïllioen Javanen niet tot zijn recht zou komen. Corsica was volgens mij werkelijk niet kwaad, temeer daar dit eiland in de achttiende eeuw een Duitsche koning heeft gehad, namelijk baron von Neuhof genoemd Theodore I van Corsica. Dit wekte algemeene belangstelling van de staf, want zij had den een von Neuhof bij het bataljon, en moesten alle détails hooren van dit inderdaad interessante koningsschap, waarover een historische roman bestaat: Ein Abenteuer in Purpur. Later werd de Oberleutnant ernstig. De professor had ons verlaten en nu wilde hij mijn meening hooren over Holland. Wat op den duur de houding zou zijn van de Hollanders etcetera. Hij had de gehele invasie meegemaakt en beweerde dat het hem en zijn medeofficieren zoo aan het hart was gegaan, dat die sympathieke Hollanders de Duitschers niet zonder vechten hadden binnengelaten: 'Es war doch Wahnsinn gewesen, das kleine Holland gegen das übermachtige Deutsch- land.' 'Dat komt,' heb ik hem toen geantwoord, want de cognac had mij ad rem gemaakt, 'omdat wij ons gehouden hebben aan het woord van Willem de Zwijger: Point nest nécessaire d'espérer pour entreprendre, ni de réussir pour persévérer.' De commandant sprak zelf goed Fransch en verstond mijn woorden best, maar hij waardeerde het blijkbaar bijzonder, want zich wendend tot de Officieren die om ons heen zaten, zei hij: 'Haben Sie das verstanden, meine Herren? Bitte Herr President, wiederholen Sie das Wort auf Deutsch!' Daarna vroeg hij waarom de Koningin was weggegaan. De Duitschers zouden toch geen haar op Haar hoofd gekrenkt hebben. Ik heb hem toen geantwoord, dat al ware zulks gegarandeerd de Koningin van Holland zich toch niet onder een zekere meneer Seyss Inquart zou hebben kunnen stellen. 'Vielleicht haben Sie rechtIk heb hem op zijn vraag of op den duur de Duitschers en de Hollanders niet goed zouden kunnen opschieten, geantwoord, dat ik niet geloofde, dat Holland de eerste honderd jaar vergeten zou wat Duitschers ons had aangedaan, maar dat ik wel hoop had dat daarna de verstandhoudingen een uitmuntende zou worden. Wij zijn met een paar grapjes van elkaar gescheiden. Hij wenschte mij veel succes op de fiets naar Parijs en ik hem op den troon van Corsica. Den volgenden dag keerden Annie en ik het woestijnachtige plaatsje den rug toe allerhartelijkst uitgeleide gedaan door de charmante hotelfamilie. Ik kreeg van het lieve dochtertje als speciaal afscheidsgeschenk een doosje cigaretten, een zeldzaam natuurverschijnsel in die dagen in die streek. Een handig mannetje had van een pakkist en een paar waardeloze fietswielen een kleine remorque [aanhangwagen] gemaakt, waarin de resten van onze bezittingen gingen; want we waren nu nog maar met zijn beiden, terwijl aanvankelijk de bagage over zes fietsen was verdeeld geweest. Onze vier reisgenoten had den na een week Quend Plage verlaten om naar België terug te gaan, omdat na de definitieve Fransche nederlaag verder Zuidwaarts reizen voor hen geen doel had. Wat er van geworden is weten wij nog altijd niet, speciaal het lot van het joodje interesseert mij, of hij in Holland als deserteur wordt beschouwd: immers hij had na ontwapend te zijn de benen genomen. 135

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1999 | | pagina 137