ARTS ZONDER GRENZEN Bovendien kun je je ook zonder dat wel tegen scherven beschutten, terwijl je in de meeste schuilkelders in geval van een voltreffer toch fichu [verloren] bent. Ik was dan ook op tijd aan het rendez-vouspunt op den singel en wachtte daar op mijn collega, die mij echter buiten zijn schuld in den steek liet. Er zat niets anders op, dan den terugweg naar Domburg te voet te aan vaarden, in de hoop op een lift in de een of andere auto. Na tien minuten lukte mij dit en werd ik meegenoomen in de auto van drie jeugdige Middel- burgsche juristen, die na hun werk in het Gerechtshof te hebben afgedaan naar Domburg terugkeerden waar zij met vrouw en kinderen twee villa's bewoonden. Het bleek dat ik in Leiden nog met de Vader van een hunner had gestudeerd en we werden gedurende de rit dikke vrinden hetgeen later een belangrijk staartje had. Na de lunch kreeg ik opdracht met een ambulance auto naar het gehucht Kleverskerke te gaan, van waar men om hulp had getelephoneerd, daar er een tiental zware patiënten was en men geheel verstoken was van behoorlijk voedsel en van geneeskundige hulp. [Meer dan 1200 inwoners van Arnemuiden waren naar het gehucht Kleverskerke gevlucht, terwijl de dokter en de burgemeester elders terecht waren gekomen.] Kleverskerke ligt te noordoosten van Middelburg bij de Sloedam, dus in de verdedigingslinie van de Fransche troepen. Ik had twee infirmiers [verplegers] en een militair chauffeur. De laatste was een prachtvent, de infirmiers hopeloos angstig. 'Dokter, de Majoor heb gezeid as 't niet gaat, dan gaat het niet, en dan kom je maar terug'; dit was het refrein gedurende de heele rit. In Middelburg begon het al, toen men zag dat de stad op verschillende plaatsen in brand stond. In het begin beantwoordde ik hun gezegden met grapjes, maar later kon ze alleen met maar met 'Hou je bek' tot zwijgen brengen. Het was lastig over de kali [rivier] te komen die aan de oostkant van de stad loopt, want er waren bruggen kapot en bruggen In paniek naar de schuilkelder. 119

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1999 | | pagina 121