ARTS ZONDER GRENZEN
Het Rode Kruis
ziekenhuis Bethesda
in Vlissingen.
van Middelburg en een bom ontplofte een paar straten verder. De kerels
vielen als kegels over elkaar doordat de eerste over zijn spuit struikelde bij
de wilde haast die zij hadden om binnenshuis te komen. Toen ik ze tot wat
meer sangfroid aanspoorde kreeg ik te hooren: 'Wacht maar tot U wat meer
bombardementen hebt meegemaakt, dan vlucht U net als wij.' Het was een
treurig gezicht, dat het voorspel was van de overgave van Zeeland, dienzelf
den avond. Onder de reserve officieren moeten ook veel hazenharten zijn
geweest, metis que voulez vous? Het Nederlansche volk is niet opgevoed
geworden in een esprit guerrier. Je kunt een buurman als Nazi Duitschland
niet met geestelijke herbewapening bestrijden, als deze slogan niet beteekent:
'bereidheid tot vechten en tot dood geschoten worden'.
Aangekomen in Zeeland zocht ik dadelijk contact met het Roode Kruis en
ik werd ontvangen door den Generaal van Pittius (kennis van je, zei hij
[A.R.W. Guy van Pittius, gepensioneerd luitenant-kolonel van het
K.N.T.L. In het boek Zeeland 40-45 van L.W. de Bree staat een verma
kelijk verhaal over hem (pag. 130)] die mijn indeeling bij het Roode Kruis
hospitaal bij Vlissingen arrangeerde. De daaraan verbonden collega's waren
grootendeels fijne kalme kerels en de paar dagen, dat ik met hen samenwerkte
zijn een prettige herinnering aan met kalmte verricht nuttig werk. De orga
nisatie door de overheden was treurig in vele opzichten. Zoo was de evacu
atie van de bewoners van Vlissingen in het geheel niet voorbereid, zoodat
de afkondiging tot grote verwarring leidde en tot allerlei onnoodige misere.
Wat de dorpsautoriteiten daartegenover presteerden bij het logeeren en voe
den van al die refugees was keurig. Het stadsbestuur van Vlissingen was
blijkbaar in onkundige handen- de Hoofd Commissaris van Politie werd in
die dagen voor de derde maal als verrader gearresteerd en weer losgelaten na
116