Het beeld van de romantiek is niet zelden het beeld van een jeugd.
In de verbeelding worden vage stemmen gehoord, karren knarsen, emmers
rinkelen, het klienket zwaait open in de wind, de hond rumoert. Een vlekje
zwart wordt een boerenhof, een loom paard bezet de wei, de karper
steekt de kop op, maaiers achter de zeis, het lange waaiende gras.
Had deze schilder geen geduld voor een kleine bomenrij, een stukje filigrain
tegen Zeelands Hoge Hemel? Hoe raakt men hier een vogel kwijt?
45 x 40, 1998. Acrylverf op doek.
101