Landschappelijke inpassing
van de Westerscheldetunnel
MAAIKE BOS
'Hoe karakteristieke landschappelijke waarden
de vormgeving bepalen'
Inleiding
I »7egin 1997 kreeg de Dienst Landelijk Gebied - Zeeland van
Rijkswaterstaat de opdracht een visie te ontwikkelen op de land
schappelijke inpassing van de Westerscheldetunnel en de toelei-
dende wegen in Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen. Veel
randvoorwaarden lagen al vast: de ligging van het tracé, inclusief
alle geluidswallen en -schermen in het bestemmingsplan van de
gemeente Borsele, het buitengewoon krappe budget en de korte
tijdsplanning. Een klassiek voorbeeld van het te laat inschakelen
van vormgevers om een technisch ontwerp ook andere, visuele
en ruimtelijke, kwaliteiten mee te geven.
Landschappelijke inpassing betekende in dit project: keuzen
maken hoe de nieuwe rijksweg door de automobilist waargeno
men kan worden, en ook hoe de rijksweg in het agrarische land
schap door bewoners, gebruikers en recreanten beleefd zal worden.
Een groot voordeel bij de visievorming was dat de Dienst
Landelijk Gebied ook direct betrokken is bij de planvorming van
de landinrichtingsprojecten 'Aanpassingsinrichting Borssele' en
de 'Herinrichting met een administratief karakter van Hoek'.
Hierdoor zijn de kansen voor integrale planvorming en korte
communicatielijnen goed benut.
Ligging
Van noord naar zuid sluit het tracé naar de Westerscheldetunnel
in Zuid-Beveland aan op de N254, ter hoogte van de Frankrijk-
weg, in het industriële Sloegebied, gaat door de Borsselepolder en
verdiept zich ter hoogte van de Ellewoutsdijkpolder. In Zeeuws-
Vlaanderen komt de tunnel boven ten westen van het kanaal
Gent-Terneuzen in de Nieuw-Neuzenpolder nabij het industrie
complex van DOW Chemical, passeert Hoek en sluit aan op de
N61 (Terneuzen- Breskens). De totale lengte van de weg en tunnel
is circa 21 kilometer.
122