HONDERD JAAR RABOBANK één maal heeft de bank een nadelig saldo gekend, en wel na het eerste boekjaar: 29,09. Eind 1917 is er al winst behaald: na aftrek van de 29,09 is het batig saldo 222,16. In de beginjaren was de boerenleenbank er voornamelijk voor de boerenbevolking; mannen in dracht op klompen gingen in en uit. Zo ook de bezoeker die met zijn geit naar de bok geweest was. Elke oude Walchenaar zal nog wel weten hoe dat kon stinken. Nadat de bankzaken afgehandeld waren, moest de Domburgse kapper eraan te pas komen om het kantoor met parfum te ont smetten. Zeeuwse banken hadden toch wat met luchtjes! Op de bedden plank in de bedstee stond gewoonlijk een po. Zo ook in dat kleine Zeeuwse dorp waar die nachtspiegel een duikeling gemaakt had, waardoor de inhoud op de matras terechtgekomen was; die werd bij de kachel in het kantoor te drogen gelegd en ook dat gaf een geurtje waar de bezoekers tegen wil en dank enkele weken van genoten. In de kleine gemeenschappen uit de eerste decennia van onze eeuw kende iedereen elkaar nog en was het normaal dat men in de bank kwam getuigen van goede, maar ook van slechte tijden. Zo herinnert mijn zegsman uit Domburg zich nog hoe een kleine boer in grote zorgen, wapperend met zijn vest meermalen ver twijfeld uitriep: "Dit alles krenkt mij 't leven, maar God zal veran dering geven!" De Domburgse bank kreeg 1 januari 1946 een derde medewerker, de heer C. Francke; na enige jaren is hij secretaris, later voorzitter Kassier C. Minder- houd (staande) temidden van zijn medewerkers in de boerenleenbank te Domburg in de jaren zestig. (Foto coll. Rabobank Noordwest- Walcheren) 72

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1998 | | pagina 74