HONDERD JAAR RABOBAN 1965 daar gevestigd. Op 11 mei 1995 vindt de opening van een prachtig nieuw kantoor plaats, opgeluisterd door een huizenhoge champagnefles gevuld met ballonnen en een optreden van 'The original Zealand Streetparade Jazzband'. Met Zoutelande is op 1 juli 1993 een fusie tot stand gekomen, met Domburg op 1 juli 1997. Jongste kassier van Nederland In 1953 wordt in Den Bommel op Overflakkee de jongste kassier van Nederland aangesteld: Rien van der Linde. Omdat hij min derjarig is moet zijn vader borg staan. Alle kassiers, volwassenen net zo goed, moesten een borgsom storten: zelfs kassiers kunnen op het verkeerde pad geraken en fraude plegen. Ons jonge kassiertje wordt in 1966 directeur van de tweede vestiging van de boeren leenbank in Koudekerke. Het pionierswerk voor deze uitbreiding van de bank is verricht door de markante figuur Willem Pieter Roose, die als hulpkassier van Koudekerke al vroeg zitting hield in het oude Lammerenburg, nu de Gerbrandystraat. Van der Linde begint zijn werk in een vertrekje aan huis, in 1968 in een nieuw kantoor in de wijk Paauwenburg. Het nieuwe bankgebouw wordt begroot op 100.000, een bedrag waar één van de boeren uit het bestuur 's nachts niet van kan slapen. Uiteindelijk geeft hij zijn toestemming, op voorwaarde dat kassier Van der Linde - inmiddels directeur genoemd - minstens vijf jaar zal blijven. Die vijf jaar worden er ruim vijfentwintig. In 1975 volgt een fusie van de Rabobanken van Koudekerke, Ritthem en Vlissingen; in 1993 komen Arnemuiden en Nieuw- en Sint Joosland erbij en treden alle banken samen naar buiten als Rabobank Walcheren-Zuid. Vertrouwen moet groeien Voor sommige mensen is het niet eenvoudig om vertrouwen in een bank te hebben. Velen bewaarden tot in de tweede helft van deze eeuw hun spaarcentjes nog steeds thuis, soms met verve lende gevolgen. Zo werd de heer Van der Linde een goede twin tig jaar geleden ontboden bij oudere mensen, die hevig ontsteld waren nadat ze gehoord hadden dat de bestaande biljetten van ƒ1.000 niet meer geldig waren. De kassier wist raad: het geld kon bij de Nederlandse Bank ingewisseld worden. Opgelucht ver dween een hand onder het pluchen tafelkleed om weer tevoor schijn te komen met 14.000. Enkele dagen later kon de kassier het echtpaar verblijden met ƒ13.990 aan nieuwe briefjes. Op zijn advies het geld nu toch maar bij de bank onder te brengen, kreeg hij ten antwoord dat dat veel te gevaarlijk was. De briefjes ver dwenen naar de plaats waar ze volgens het echtpaar thuishoor den en veilig waren: onder het pluchen tafelkleed! 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1998 | | pagina 72