HONDERD JAAR RABOBANK ratieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank, Rabobank Nederland genaamd. Er blijven twee hoofdkantoren, in Utrecht en in Eind hoven. Een onderdeel van Utrecht is de Rabobank International: de zaken die zowel wat betreft omvang als ingewikkeldheid het vermogen van de plaatselijke banken te boven gaan, worden van daaruit geregeld. Ook veel buitenlandse vestingen - in 1997 waren dat er 112 - vallen onder Utrecht; zij zijn vooral actief in het bij staan van landbouwbedrijven. In Eindhoven wordt in hoofdzaak aan ondersteuning van de plaatselijke Rabobanken gewerkt. Tot 1979 was het lidmaatschap verplicht voor ieder die voor bedrijfsfinanciering in aanmerking wilde komen. Samen waren de leden onbeperkt aansprakelijk voor eventuele financiële stroppen. Na 1979 is de ledenaansprakelijkheid maximaal 5000 geworden en is het verplichte lidmaatschap voor particuliere kredietvragers opgeheven. Karakter van de Rabobank Winst is nodig om de vermogenspositie op peil te houden en de concurrentie met de commerciële banken aan te kunnen. Het stre ven naar winst mag echter nooit hoofddoel van de Rabobanken worden. Bij een coöperatieve bank moet het belang van leden en cliënten voorop staan. Het kan niet genoeg benadrukt worden dat Rabobank Nederland er is ten dienste van de lokale banken: elke plaatselijke bank behoudt zijn zelfstandigheid en zoekt zelf de manier waarop de cliënten het meest persoonlijk en effectief behandeld kunnen wor den. Tegelijkertijd is het belangrijk om zoveel mogelijk met een zelfde beeld naar buiten te treden, zodat om organisatorische redenen toch richtlijnen en beleidsplannen uitgaan van de centra le Rabobank Nederland. Het begint in Zeeuws-Vlaanderen In 1903 worden de eerste boerenleenbanken in Zeeland gevestigd te Aardenburg, Eede, IJzendijke, Hengstdijk, Boschkapelle, Sint Jansteen, Kloosterzande, Koewacht, Lamswaarde en Oostburg. Een jaar later, in 1904, volgen Axel, Westdorpe, Clinge, Graauw, Hulst, Nieuw-Namen, Ossenisse, Stoppeldijk, Zuiddorpe en Drei- schor. Alle boerenleenbanken van Zeeland in de eerste twee jaren, uitgezonderd die te Dreischor, zijn dus opgericht in Zeeuws- Vlaanderen!3 De voorsprong van Zeeuws-Vlaanderen op de rest van Zeeland is niet zo verwonderlijk. In 1902 was namelijk op de Katholiekendag van het bisdom Breda het belang van de oprich- 62

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1998 | | pagina 64