Een foto in de krant
met het werk van een
kunstenaar. Moet daar
beeldrecht voor
betaald worden?
Ja, daar moet voor
betaald worden.
Hoeveel dan?
Een slepende kwestie
tussen de NDP en de
Stichting beeldrecht
werd opgelost. Pers
vrijheid en auteurs
rechtelijke belangen
vonden een com
promis. Tijdens de
vergadering van het
Nederlands Uitgevers
verbond in Amsterdam
ArenA in juni 1997
werd de zaak beklon
ken met de onder
tekening. Namens de
NDP door W.F. de
Pagter, namens de
Stichting Beeldrecht
door C.G.M.
Berendsen.
(Foto Fotopersbureau
Dijkstra, coll. NDP
elkaar, dat ik hem in de krant zou aanvallen en dan pakte
Gommert de correspondent van de NRC op zijn beurt weer aan.
Daar hebben we veel succes mee gehad....Toen hebben Gommert
en ik in de krant een discussie gevoerd over een werkgroep
Deltazaken, waar alle diensten op gelijk niveau in zouden samen
werken. En dat is gelukt... Als die werkgroep er niet was geweest,
waren die Deltaboys er ook nooit geweest..."
Het citaat is ook een kritiek. Want in de onafhankelijkheid van de
opstelling van een vrije pers past immers geen collaboratie met
een bepaalde politieke of belangengroepering. Als er iemand is
die dat na de wat kleurloze hoofdredactionele periode tussen 1978
en 1995 kan verwoorden, dan is dat A.L. Oosthoek, de huidige
hoofdredacteur van de PZC. Ik citeer hem uit een ongepubliceer
de toespraak voor de Maatschappij voor Nijverheid en Handel op
13 april 1995 - hij was toen nog maar kortgeleden als hoofdredac
teur benoemd -"In het verleden is de krant, of dat nu ten rechte
was of ten onrechte, weieens teveel beschouwd als een instrument
van de uitvoerende macht. De praktijk behoort anders te zijn.
De krant constateert, rapporteert en verbindt daar - eventueel -
conclusies aan. De krant dient zich - met behoud van zelfstandige
standpunten - te onthouden van een zelfstandige ontwikkeling
van politiek beleidIn vroeger tijden werd een hoofdredacteur
met enige regelmaat de zoveelste Gedeputeerde genoemd. De
vraag moet zijn of dat als een eretitel mag gelden. De kans is zeer
gering dat die kortstondige traditie wordt voortgezet..." Het is
een uitspraak van een nieuwe hoofdredacteur, die De Pagter uit
51