AFSCHEIO VAN JACOB CATS tijdens en na haar huwelijk. Door mijn kennis van de rechtspraak, van de zeden en de gewoonten van ons volk, door mijn kennis van talloze buitenlandse auteurs die over dit onderwerp geschre ven hebben, heb ik dit werk aangedurfd. Het is bedoeld voor alle vrouwen en niet voor een kleine groep geleerden en geletterden. Daarom heb ik het aangepast aan de situatie en de smaak van de vrouw. Niet in het Latijn, maar in de algemene landstaal en in dichtvorm. Ik heb getracht het betoog levendig te houden door gedenkwaardige gebeurtenissen en aangename vergelijkingen in te lassen. Ik wil een zo groot mogelijk publiek bereiken. Daarom heb ik mijn taalgebruik zo veel mogelijk in overeenstemming gebracht met de spreektaal. En wat de overtollige kennis en geleerdheid betreft die door veel moderne dichters wordt gezien als het kenmerk van de ware dichter, tegen deze heersende mode verzet ik mij nadrukkelijk. Ik ben mij ervan bewust dat ik iets nieuws breng in de vaderlandse letteren, en wel het eerste boek over de vrouw. Ik mag dus aannemen dat u vindt dat u een eigen plaats inneemt onder de dichters van de Republiek. Kunt u iets meer zeggen over de speciale plaats die u denkt in te nemen onder dichters als Spieghel, Roemer Visscher, Hooft, Vondel, Bredero, Coster en de jongste van de groep, Constantijn Huygens De titelprent van Cats' Houwelick. O, een heel speciale plaats denk ik. Spieghel en Roemer Visscher zijn twee oudere voorgangers van wie ik veel geleerd heb. Ik onderscheid mij van Hooft doordat ik geen lyrische gedichten en drama's schrijf. Ik lijk totaal niet op Vondel bij wie de politieke en maatschappelijke actualiteit een grote rol spelen. Ik bewon der Vondel, maar ik voel mij het meest verwant met de jong gestorven dichter Bredero, on danks de verschillen. Bredero was een stadsmens, een Amster dammer. Ik ben een buiten mens, ik ken het leven van de boeren, vissers en ambachtslie den. Ik heb aandacht voor de levende natuur. Ik ken de geu ren van vers geploegde aarde. Het boerenleven is mij ver trouwd uit eigen ondervinding hier, op Walcheren en in de polders in Zeeuws-Vlaanderen. 172

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1998 | | pagina 174