HET ZEELAND-BEELD VAN HANS HEEREN 'Ik was in Japan en ik ga terug. Het is als met schilderijen: je vindt iets goed, op het moment, de rationalisering komt later. Zo bouw je gedachten op die je - eens, dichtbij of veraf - bevestigd wilt zien. Ik ben al vele jaren Boeddhist. Ik kom uit een katholiek nest, ben in zekere zin religieus voelend, heb een hang naar mystiek. Mijn vroege werk draagt daar de tekenen van: de won derbare visvangst, de verrezen Christus, engelen. Ik zag als jongen in de etalage van een Middelburgse winkel het boek 'De Boodschap van de Boeddha Gautama'. Dat paste niet bij ons, niet bij r.-k., maar mijn vader die een begrijpende muzische man was, gaf me het geld. Ik las van een andere wereld, een openbaring. Dat was een troost in mijn kleine, ingekeerde bestaan. Het werd boeddhisme, mysticisme, een vleugje theosofie, zoekend vinden. Dan komen de dingen van het gewone leven: een meisje, een toe komst, ouders, eisen, een al te snelle hervatting van de christelijke procédés. Ik belandde aan de Van Eyck-academie in Maastricht en schilderde zwaar, donker, romaans en - zelden - een vleugje byzantijns. Vergeestelijking. Het uiterlijk moest het afleggen tegen het innerlijk. Kerkschilder zou ik worden, in de beste traditie. Het is er niet of nauwelijks van gekomen. Na jaren zoeken - ik ben een tobber - hervond ik het Boeddhisme. Of liever: ik heb het weer opgepakt, ik had het laten liggen. Ik verliet de conservatieve paden en ont dekte Zen, ontdekte Japan. Elke dag ben ik op meditatietijd onbereikbaar: je zoekt in stilte en concentratie de waarheid in jezelf. Er is geen behoefte aan grote teksten en doctrines. Ik ben naar Japan vertrokken en ook weer terug gekomen. Dat verrijkt. Je ziet anders. Ik ging op zoek naar een Zen-meester, maar merkte dat het nog niet hoefde. Er is een eenvoudig motto: denk niet, probeer. Je moet het zelf doen.' 'Misschien zocht ik ook de bevestiging van het kunstbeeld dat bij Japan hoort. Maar ik vond meer: mensen. Wij dichten de Oosterse mensen een masker toe, onbewogenheid, maar de waarheid is dat ze emotioneler zijn dan wij. Ik heb iets van de taal geleerd. Ik heb er aquarellen gemaakt, eigen werk, geen imitaties, geen foute beelden. Misschien doe ik er nog eens iets mee. Het heeft veel tijd nodig. Zeeland, eb en vloed en eeuwigheid sporen daar uitstekend mee. Afdrukken. De zee, de seizoenen, de roze bloesems van Wemeldinge, een vlaagje sneeuw in volle zomertijd, dat is het.' 159

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1998 | | pagina 161