HET ZEELAND-BEELD VAN HANS HEEREN Het huist, ergens, in de diepte. Je ziet een schoon schip, zilverende netten, ruikt de zee en zegt: Zeeland. Voor Hans Heeren is dat een begin, een indruk die nadonkert en - letterlijk - om opheldering vraagt. 'Je moet de onderkant van zo'n schip zien. Slib, grondige kleuren, het aankitsel van pok ken en wieren. Lomp maar degelijk. Scheefgezakt op laagtij, ten gronde. Meestal verborgen, onder de waterlijn. Zwart als het teer van de schuren. Slik. Die onderkant, dat is Zeeland. Een basisvorm die ik ervaar als sterk, als stoer, het fundament van een landschap. Je zou het - zwaar aangezet - oervormen kunnen noemen: de onderkant als spoor van een zeker onderbe wustzijn.' Tekening, aquarel en schilderij, de boten op hun kant: het is voortdurend eb, het Zeeland van de stilte, dun licht, land en water zonder mensen, stemmen in de verte, de stilte voorbij. 'In alles is er altijd een helderheidsverlangen geweest, een doorlopend reiken naar transparantie en doorzicht. Dat raakt mijn persoon, mijn natuur, mijn werk. Zeeland, dat is geen kwestie van willen, van zoeken, van mode, van mee-doen. Dat is identiteit: je grond, wortels, organismen bepalen het beeld, je bent wat je doet. Daarbuiten moet je geen waarden zoeken. De waarheid zit in jezelf. Dat is een harde overtuiging, die om evenwicht vraagt.' Getijdehaven Yerseke olieverf/doek, 1989 (collectie Van Hijum, Grijpskerke-Gr.) 149

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1998 | | pagina 151