ZEEUWSE ARCHITECTUURPRIJS nauwelijks iets gebouwd, wel veel gepubliceerd, maar allemaal heel theoretisch. Ik reis de wereld af om lezingen te houden. Dan komt met het Waterpaviljoen de kans om je ideeën te realiseren. We wilden interactieve architectuur maken. Anderen associëren het Waterpaviljoen met 'high tech'maar er zijn heel veel traditio nele materialen in gebruikt. We hebben het allemaal uitgetekend, want met dit soort geometrie is in de bouw geen ervaring. Misschien nog wel in de scheeps- en vliegtuigbouw, maar niet bij het gewone bouwbedrijf. Het is een complexe geometrie, daarom hebben we de gegevens aangeleverd als ware het een bouwpak ket. Dat was nodig, want de aannemer, was er wel aan gewend dat een vloer horizontaal wordt opgehangen tussen 4 punten, maar hier had hij te maken met 500 punten. Eigenlijk geen pun ten, maar objecten. Dat lijkt ongrijpbaar, maar met de computer is het toegankelijk te maken. Punten zijn niet meer zichtbaar. Ze vormen als het ware een soort continuüm. Ik heb met het Waterpaviljoen kunnen bouwen waar ik al jaren aan had gete kend. Vloeibare architectuur." Waarin het verschilt met de traditionele architectuur? "In de traditionele moderne architectuur (onder andere bij Le Corbusier) zie je een sterke opdeling in nut en schoonheid. Het nut komt tot uiting in de plattegrond (het programma van eisen). De esthetiek zit in de wanden. Bij vloeibare systemen gaat het er om het statisch object - gebouw - te integreren in de gebeurtenis. Het gebou w zelf is een gebeuren. Anders dan bij de organische architectuur van bijvoorbeeld Rem Koolhaas en Pieter Eiserman. Vloeibare architectuur vraagt om een andere manier van oriënte ren en om een andere motoriek. Er is geen vaste horizon, je weet niet meer wat waterpas is. We hebben daarom alle ramen wegge laten, anders had je weer zicht op de horizon. De bezoeker beleeft het gebouw alsof hij op een skateboard staat. Het lichaam wordt langzaam vloeibaarder. Waterpaviljoen Neeltje Jans (Foto Stichting Dorp Stad en Land) 143

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1998 | | pagina 145