ZEEUWSE ARCHITECTUURPRIJS benoemd. Thans is Henk van Hunnik projectdirecteur bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM). Op mijn vraag daarnaar antwoordt hij: "Ik ben rijks ambtenaar en werk in Den Haag op het departement. Dat geeft mij als voorzitter van 'Het Zeeuwse gezicht' een onafhankelijke status. De rest van het bestuur werkt in Zeeland en heeft belangen in de sector. Ik denk dat dit onafhankelijkheidsaspect ook een rol heeft gespeeld bij mijn benoeming". Over de Stichting 'Het Zeeuwse gezicht' zegt hij: "In zijn alge meenheid houdt de Stichting zich bezig met het breed in de belangstelling brengen van architectuur. Landschap en ruimte behoren nadrukkelijk tot het aandachtsveld. Eigenlijk zijn we een culturele stichting, waarmee Zeeland voorop loopt. Alleen in Limburg bestaat iets soortgelijks". Eenmaal in de twee jaar kent de Stichting de Zeeuwse architec tuurprijs toe. Een onafhankelijke jury beoordeelt de inzendingen. Afwisselend gaat de prijs naar een gebouw of een ruimtelijk plan. Dat laatste kan een plein, een stedenbouwkundig ontwerp, of een landschapsplan zijn. De prijs gaat dus niet naar een instelling of een persoon, maar naar een project. In 1997 heeft de jury de prijs voor het eerst toegekend aan het Waterpaviljoen Neeltje Jans. Henk van Hunnik: "Het Waterpaviljoen is zeker een terechte win naar. Het is een schitterend gebouw. Toch had ik liever gehad dat de prijs naar iets 'herhaalbaars' was gegaan. Dan had het op de schaal van Zeeland meer betekenis gehad". Educatief Project Het Educatief Project vormt een andere activiteit van de Stichting. Dit project wordt opgezet in samenwerking met Scoop (de Zeeuwse koepelorganisatie voor welzijnswerk). Onder het motto 'wie de jeugd heeft, heeft de toekomst' richt het zich op het voort gezet onderwijs. Het is de bedoeling dat het in 1999 van start gaat met een reizende tentoonstelling langs de Zeeuwse scholen. Regionaal debat Als derde project organiseert de Stichting in samenwerking met gemeenten regionale debatten. Het eerste debat vond plaats op Schouwen-Duiveland. Thema was 'Zeeland verticaal?' naar aan leiding van het toegenomen aantal hoogbouwprojecten in de Provincie. Ook de inpasbaarheid van windmolens in het Zeeuwse landschap kreeg aandacht tijdens dit debat. Een onderwerp dat van Hunnik in gedachten heeft voor een volgend debat is de wijze waarop steden en dorpen zich uitbreiden. "Witte schimmel 140

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1998 | | pagina 142