tunneldoorsnede DE WESTERSCHELDETUNNE Het lichtniveau in de centrale zone van de tunnel bedraagt 30 lux; dit is lager dan gebruikelijk bij tunnels van geringe lengte. Daarom worden aan de in- en uitgang overgangszones aangebracht, die stapsgewijs het verlichtingsniveau verlagen van het daglicht- tot het binnenlichtniveau. De tunnel krijgt pompinstallaties voor de drainage. In de afrit ten komen hoofdpompkelders om het regenwater uit de open afritten af te voeren. Op de diepste punten van de tunnel komen middenpompkelders, die binnengereden water, lekwater en dergelijke afvoeren. De pompinstallaties werken automatisch. De tunnelbuizen krijgen een langsventilatiesysteem. Hierbij worden (omkeerbare) ventilatoren aan het tunnelplafond aange bracht. In de tunnel komt een intercomsysteem, dat bedoeld is voor automobilisten in geval van pech en/of calamiteiten. Ook worden luidsprekerinstallaties aangebracht. Elke 50 meter komen er brandweerposten met poederblussers, slanghaspels en aansluitingen voor de brandweer. Om het verkeer goed te kunnen regelen en geleiden worden matrixborden aangebracht en verkeerslichten, die (half) auto matisch moeten kunnen werken. Voor de observatie van het verkeer en van optredende incidenten worden over de gehele lengte van de tunnel inritten) camera's geplaatst. De beide tunnelbuizen worden over de volle lengte voorzien van een beloopbaar kabelkanaal. Elke 1000 meter wordt dit kabelkanaal in de breedterichting uitgebouwd tot een 'elektro- Tunneldoorsnede met kabelkanaal. (Illustratie: Visucom, Vorm Visie) hulppost groutlaag ventilator hittewerende laag rijbaan 45 cm kabelkanaal met mini voertuig WS1/HD/'JG/010 A 113

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1998 | | pagina 115