DE WESTERSCHELDETUNNE Deze dienen om de extreme krachten op te vangen die hier op zullen treden en bevatten speciale doorvoeropeningen. Zodra de beide tunnelbuizen ver genoeg gevorderd zijn, worden vanuit de ene buis vrieslansen door de eerdergenoemde doorvoeropeningen gespoten tot tegen de andere buis. Vervolgens wordt de omrin gende grond bevroren met vloeibare stikstof of een soortgelijke stof. Hierna worden de stalen tunnelelementen verwijderd en wordt de bevroren grond ontgraven. Vervolgens wordt met spuit- beton een eerste dragende betonschil aangebracht. Tenslotte wordt er in de totale dwarsverbinding nog een definitieve laag van gewapend constructiebeton gestort. De beide boormachines werken gelijktijdig, met een faseverschil van ongeveer drie maanden. Er wordt geboord van zuid (Terneu- zen) naar noord (Borssele). Naar verwachting is de gemiddelde boorsnelheid twaalf meter per dag. Er wordt continu zes dagen per week geboord. De zevende dag dient voor onderhoud. De betonnen elementen, die samen de tunnelwand vormen, zullen in een fabriek op het bouwterrein in Terneuzen worden gemaakt. Het gaat hierbij om circa 45.000 elementen, ieder met afmetingen van circa 4,5 x 7,0 x 0,45 m3 en een gewicht van onge veer 10.500 kg. De gedachte productiesnelheid bedraagt 120 a 130 elementen per dag. De tunnelinrit Zuid Voor de constructie van de zuidelijke toerit worden vanaf het maaiveld zogenoemde cement/bentoniet-wanden gemaakt tot circa één meter in de waterdichte Boomse kleilaag. Men moet zich daarbij voorstellen, dat verticale sleuven worden gegraven van ongeveer een meter breed, die tijdens het graafproces worden volgepompt met een mengsel van water, bentoniet en cement. Deze vloeistof zorgt ervoor dat tot op grote diepte kan worden gegraven zonder dat de sleuf instort. Wanneer men op diepte is gekomen wordt voor de water-afdich ting een stalen damwandscherm in de sleuf gehangen en laat men het geheel opstijven. Zo wordt rondom een waterafsluitend scherm gemaakt. De Boomse klei zorgt voor een afsluiting van de onderzijde, zodat een waterdichte kuip ontstaat. Binnen deze kuip wordt het grond water afgemalen waarna de eigenlijke inritconstructie wordt aan gelegd. De toerit bestaat uit een gesloten deel, dat dient als start schacht voor de boormachines, en een open deel. De tunnelinrit Noord Bij de noordelijke toerit kan geen gebruik worden gemaakt van de waterdichte afsluiting door de Boomse klei, zoals aan de zuid- lil

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1998 | | pagina 113