tunneldoorsnede DE WESTERSCHELDETUNNEL uit de 6600 meter lange boortunnel, ook uit de beide inritten Noord en Zuid. In de tunnel en inritten wordt zo'n 275.000 m3 beton verwerkt, dat zijn ongeveer 4,5 miljoen kruiwagens! Het boorgedeelte In dwarsdoorsnede bestaat de tunnel uit twee parallel lopende buizen met een (boor)diameter van 11.30 meter en een inwendige diameter van 10.10 meter. De buizen hebben een onderlinge afstand van circa 12 meter en zijn om de 250 meter gekoppeld door dwarsverbindingen van 2.10 meter hoog en 1.50 meter breed. De diepteligging van de Westerscheldetunnel wordt vooral bepaald door de bodemgesteldheid ter plaatse van het tracé. Deze bodem bestaat voor een groot deel uit een zeer vaste kleisoort die weinig water doorlaat, de zogenaamde Boomse klei. De onderkant van deze kleilaag verloopt van zuid naar noord van 40 meter tot circa 75 meter onder NAP. Onder de Boomse klei komt over het gehele tracé licht glauconiet- houdend zand voor, de zogenaamde Zanden van Berg. Glauconiet is een mineraal dat enigszins op mica lijkt. Boven de Boomse klei wisselen zand- en kleilagen in verschillende samen stellingen en diktes elkaar af. Het diepste punt van de tunnel ligt onder de Pas van Terneuzen op 60 meter onder NAP. Waar de tunnel omhoog loopt in de rich ting van de beide tunneltoeritten, is de helling maximaal 4,5 Dwarsverbindingen als vluchtgang bij calamiteiten. (Illustratie: Visucom, Vorm Visie) hittewerende dwarsverbinding! ifwateringl ==Üi electrostation kabel- kanaal tunnelmantel grout laag 107

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1998 | | pagina 109