DE WESTERSCHELDETUNNE Het tracé loopt op Zuid-Beveland van noord naar zuid door de Nieuwe West-Kraaijertpolder, de Borsselepolder en de Ellewouts- dijkpolder. De weg begint vanaf de N254 (Sloeweg). Waar de weg de spoorlijn Goes - Vlissingen-Oost kruist komt een spoor weg-viaduct. Bij de kruising met de Paardegatse Watergang, een restant van een oude kreek, is een brug ontworpen. Bij kruisingen met bestaande wegen is soms voor een gelijkvloer se aansluiting gekozen, soms voor de bouw van een viaduct. Op Zuid-Beveland is bovendien het tolplein gepland. Naar de tunnel toe stijgt het tracé naar een hoogte van 6,5 m NAP om de zogeheten kanteldijk te passeren die rond de tunneltoerit ligt. Deze kanteldijk beschermt de tunnel tegen over stromingen van de achterliggende polder. Omgekeerd beschermt de dijk de polder als de tunnel zou vollopen. Na het kruisen van de kanteldijk daalt de weg in de tunneltoerit en bereikt hij een maximale helling van 4,5%; vergelijkbaar met andere tunnels in Nederland. Aan de Zeeuws-Vlaamse kant komt de weg, eveneens met een hellingpercentage van maximaal 4,5%, weer omhoog. Na het passeren van de kanteldijk, op een hoogte van 6,25 m NAP, sluit de weg aan op de H.H. Dowweg. Verderop naar het zuiden zal het tracé onder de spoorlijn Dow-Sluiskil worden geleid; hier komt een groot spoorwegviaduct te liggen. De toeleidende weg sluit tenslotte aan op de N61. 105

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1998 | | pagina 107