DE WESTERSCHEIDETUNNEL Het tracé Het Westerscheldetunnelproject bestaat uit een geboorde tunnel onder de Westerschelde met tunneltoeritten, toeleidende wegen en diverse bijkomende werken, zoals het tolplein met busstations en carpoolplaatsen. De tunnel met toeleidende wegen is gesitueerd in twee gemeenten: noordelijk in Borsele en zuidelijk in Terneuzen. Het tracé van de oeververbinding begint aan de noordzijde bij de N254 tussen Goes en Middelburg en eindigt in Zeeuws-Vlaanderen met een aansluiting op de N61. De toeleidende wegen worden merendeels uitgevoerd als enkel- baans autoweg (2 rijstroken). Naar verwachting zullen dagelijks ongeveer 12.000 auto's de tunnel passeren. Pas na ongeveer 15 jaar zal het verkeer zo zijn toegenomen, dat een uitbouw tot dub- belbaans weg noodzakelijk wordt. Bij het ontwerp en de grondre- servering wordt echter nu al rekening gehouden met een toekom stige uitbouw tot autosnelweg. De tunnel kan maximaal 27.000 voertuigen per dag verwerken. Het meest markante deel van de verbinding is de kruising met de Westerschelde. Dit deel wordt uitgevoerd als boortunnel, bestaan de uit twee buizen met een diameter van 11.30 m en een lengte van circa 6600 meter. In iedere buis komen twee rijstroken voor snelverkeer van elk 3.50 m breed. De tunnel wordt de langste boortunnel in slappe grond in Europa, die van begin tot eind met slechts één boormachine per tunnelbuis zal worden geboord. Het tracé. (Illustratie: Visucom, Vorm Visie N254 104

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1998 | | pagina 106