Van gangen, gasjes en ongenode gasten AD VAN DIJK Een ooggetuigeverhaal over het gangenstelsel onder de Vlissingse Boulevard, speelterrein van vooroorlogse jongensbendes, strategisch ter rein tijdens de tweede wereldoorlog en uitvalsbasis voor strandjutters in de nadagen van die oorlog. Vooroorlogs speelterrein tmow oudsher was de glooiing van de Vlissingse Boulevard het territorium van de gasjes - typisch Vlissingse aanduiding - uit de Slijkstraat, de Koestraat en de omgeving van de Grote Markt, van jongens met echt strandjuttersbloed. Zij zochten tussen de "kastekkels", zoals de Vlissingers het staketwerk aanduidden, en basaltstenen naar kreukels, krabbetjes en mossels. Soms vingen ze een grote hoofdkrab. In de Napoleontische gangen onder de Boulevard kookten ze hun vangst op een vuurtje van wrakhout, waarna ze die met smaak leegpeuterden. Daar, in die gangen, vochten ze ook hun onderlinge vetes uit. De "Blanke Bloed Bende" moet er zich ooit in verschanst hebben, waarop hun aan vallers de schietgaten volpropten met hooi en droog gras en dat aanstaken om de bende zo uit te roken. Dit alles volgens de over levering van oude Vlissingers. In mijn jonge jaren genoot ik van die verhalen. De situatie was echter drastisch veranderd sinds in het begin van deze eeuw de Boulevard was bebouwd. Maar er waren nog sporen uit de vroe gere tijd, zoals de sliergoot op de buitenhelling van de Westbeer, waarlangs je omlaag gleed als je vanuit de vesting de kortste weg over de gracht naar de glooiing koos. De geul was in de harde steen uitgesleten door generaties klompen, laarzen en broeken en ook ik gleed er nog wel eens af op weg naar het Klein Zandje, net als de gasjes uit mijn kindertijd, die de nette, brave jongentjes van de Boulevard, waartoe ook ik hoorde, maar nauwelijks duldden. Polder Walcheren liet iedere zomer de schade aan de glooiing en het staketwerk herstellen. Ik herinner me dat er onder aan de dijk bij de Zeevaartschool grote hompen taaie, zoute klei lagen. Daar konden we hoge borstweringen van bouwen. Met die klei kon je ook erg goed gooien. Op een mooie zomeravond brak er een ware stellingenoorlog uit tussen de gasjes uit de binnenstad 171

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 1997 | | pagina 173