van de Prins te informeren hoe de stand van zaken was. Hij ging 's woensdags naar Soestdijk en meldde het comité donderdag dat de Prins daadwerkelijk zou komen om het monument te onthullen. "Van de vele genodigden worden er hier enkelen genoemd: een delegatie van veer tig personen vanuit Canada, waaronder de vice-president, die in 1944 op de Sloedam gevochten had, als hoofd van de delega tie, de Canadese ambassadeur en diens secretaris, de Commissaris der Koningin in Zeeland, diverse hoge Nederlandse militairen, een klein aantal Ridders Militaire Willemsorde, de burgemeesters van Arne- muiden, Borsele, Goes en Middelburg. "In totaal werden er, erewacht en militair muziekkorps inbegrepen, meer dan vier honderd personen/genodigden verwacht. "Initiatiefnemer Forbes kon helaas in ver band met het overlijden van zijn vader niet komen. "Hoe zou de onthulling moeten plaats vinden? Niemand van de commissie had daar uiteraard ervaring mee. Wel kon Wim Kasteleijn, inmiddels tot de commissie toegetreden, ons op protocollair gebied het een en ander adviseren, maar dat was het dan ook. "Men wilde in ieder geval een muziekkorps, zo mogelijk een militair muziekkorps en een erewacht bij het monument. "De Prins had te kennen gegeven dat hij een gesprek wilde hebben met de aanwe zige oud-strijders, zodat daarvoor ook de zgn. VIP-bus van de fa. Carlier te Middel burg gehuurd moest worden. "Daarnaast zouden er nog wel andere kos ten zijn die op dat moment nog niet te over zien waren, bv. het verstrekken van een eenvoudige maaltijd aan de genodigden. Bovendien zou de Canadese delegatie bij aankomst een diner aangeboden worden. "Het probleem was: geld. "Ik zou bij de Provinciaal Commandant Zeeland van de Kon. Landmacht, de over ste Van Alstee, gaan vragen of hij ons zou willen helpen aan een militair muziekkorps en een erewacht en wat dat kostte. Hij stelde me voor dat hij en zijn medewerkers de hele ceremonie op de Sloedam zouden regelen, wat ik vanzelfsprekend met beide handen aannam, want, zei hij, de kosten verbonden aan de komst van een militair muziekkorps (ca. 70 man) en van een ere wacht (commandotroepen met vaandel, 110 man) konden wij niet betalen. Daar naast zorgde hij voor een grote tent, opdat de genodigden tijdens de plechtigheid droog konden staan, een 150-tal stoelen in die tent, verkeersregeling door personeel van de Kon. Marechaussee, enz., alles zonder kosten voor ons. Wij hoefden er alleen te zijn om de Prins te verwelkomen en de volgorde van de ceremonie aan te kondigen. "Toen het gesprek hierover klaar was, vroeg hij mij of ik nog andere wensen had. Ik antwoordde daarbij wat schuchter, dat ik ook nog aan alle genodigden, leden van het muziekkorps en van de erewacht een eenvoudig diner wilde aanbieden. Zonder daarover nog iets naders te willen verne men zei hij, dat hij ervoor zou zorgen dat er na afloop van de plechtigheid een maaltijd zou klaar staan in de Berghuiskazerne in Middelburg voor 400 personen. Door al deze aanbiedingen van overste Van Alstee waren in feite al onze financiële problemen opgelost. "Door een darminfectie van de Prins is het gesprek met de veteranen niet doorge- JAAR BEVRIJD

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2019 | | pagina 65