met een dot watten over de wond in haar gezicht en mijn broertje naast mij door het grauwe ochtendlicht richting ziekenhuis. Het Sint Jozefziekenhuis was dichtbij, en daar dacht ik hulp te kunnen vinden. Toen we binnenkwamen was er niemand te zien. Aan het eind van de lange gang zagen we vlammen. Al het personeel was natuurlijk gevlucht. Daar stond ik dan, een vijftienjarige jongen met de verantwoording voor twee gewonde ouders en een klein broertje. We moesten snel weg zien te komen naar bevrijd gebied voordat de gevechten opnieuw zouden losbarsten. Zonder twijfel was de oude bin nenstad al bevrijd, maar hoe moesten we daar naartoe? Via het Betje Wolffplein was het onmogelijk. Dan maar door de hoofd poort van De Schelde. Dat bleek de juiste keus. Voor de boeg van nummer 214 liep De inundatie van Vlissingen, Scheldestraat richting Paul Krugerstraat, november 1944. (fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen, FA8757) een bruggetje dat leidde naar de andere kant van het water, en daar was het bevrijd gebied. Tot onze grote vreugde zagen we Engelse soldaten. Ze stonden verscholen achter een rij ijzeren platen. Een van hen zei "hello" en gaf me een hand. Een ander ontwaarde een Duitser die over het dak van de timmermansloods rende en begon op hem te schieten. Vrijwel meteen klonk er weer van alle kanten geratel. De strijd was hervat, maar wij waren in veiligheid. Gescheiden We werden naar een eerstehulppost ge bracht. Daar werden vader en moeder ver- JAAR BEVRIJD

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2019 | | pagina 57