52 gemoedelijke sfeer die zo kenmerkend was voor het vooroorlogse Vlissingen, bij ons in de zaak behouden bleef. In Vlissingen was de oorlog elke dag aanwezig. De bombardementen werden intensiever. De bevolking leerde ermee te leven. Zo berekenden wij nadat het lucht alarm was afgegaan bij het naderen van in de zomer Tuindorp getroffen werd, aan het eind van de Scheldestraat. Daar waren veel slachtoffers te betreuren. "Ze zijn er!" Vanwege mijn vaders rol bij de luchtbe schermingsdienst mocht ons gezin in Vlis- singen blijven. In oktober 1944 werd Wal- Verwoestingen aan het Betje Wolffplein in Vlissingen 1944. Op de helling de Willem Ruys, bouwnummer 214. (ZB, Beeldbank Zee land, 9122) de formaties bommenwerpers vliegensvlug waar de bommen terecht zouden kunnen komen. Dat deden we door goed te kijken naar de kleine zwarte streepjes die van onderen uit de vliegtuigen kwamen, de richting ervan te bepalen en de hoogte te schatten. Maar het kwam wel angstig dichtbij toen cheren geïnundeerd en bij vloed bereikte het water ook de Scheldestraat. Daarom verhuisden we naar de bovenverdieping. Het gerommel in de verte wees op hevige strijd in westelijk Zeeuws-Vlaanderen. De bevrijding was nabij. Vanaf de boulevard konden we zien hoe Breskens werd ge bombardeerd. In de vroege ochtend van 1 november gonsde het van de geruchten. Hoewel er in Vlissingen nog maar weinig mensen woonden - velen waren gevlucht of geëva cueerd - klonk het alom: "Ze zijn er!" WALCHEREN

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2019 | | pagina 54