met Jo op een matras is gaan zitten, dicht
tegen elkaar aan. Haar vader en moeder
moesten door naar het stadhuis. De wond
van vrouw Cevaal kon niet worden behan
deld bij Sturm. Het bleek dat een scherf
dwars door een deken die ze over haar
arm had, was gegaan, door haar arm en
aan de andere kant in de deken was blijven
steken. Haar arm is nooit meer helemaal
in orde gekomen. Maar ook daar zeurde je
niet over. Je leefde immers nog.
De volgende dag kwam Cevaal terug om
zijn kinderen op te halen. Door achter
straatjes zijn ze, tussen de beschietingen
door, in de kelder van het stadhuis aange
komen. Daar was een schuilplek ingericht
waar zeker tachtig mensen zaten.
Een geallieerde soldaat
Tot 7 november, dus drie dagen en
nachten, duurde het voor de Duitse com
mandant zich overgaf. Het gebeurde net
voordat de Schotten vanuit Arnemuiden de
De inundatie in Zanddijk, 1944. (ZB, Beeld
bank Zeeland, 33148)
aanval wilden inzetten. Dat is Veere geluk
kig bespaard gebleven. Voordat de over
gave bekend was, kwam er een militair de
kelder binnen. Een Duitser, die wilde gaan
schieten? Gelukkig was er iemand die het
uniform herkende als dat van een geallieer
de soldaat. Een arts kwam de gewonden
behandelen. Rie weet nog dat ze later op
de trappen van het stadhuis zaten te kijken
naar al die Duitse soldaten die zich moes
ten verzamelen op de Markt.
Hoelang Jo nog in de schuilkelder bij
Sturm gezeten heeft weet ze niet meer. Ze
is daarna bij juffrouw Van Leeuwen in huis
gekomen. Terug naar de Warwijcksestraat
kon nog niet, daar lag te veel in puin.
De familie Cevaal bleef als een van de
laatsten in de schuilkelder. Ze hadden im
mers geen huis om naar terug te gaan. De
boerderij lag nog in het water, in de War-
JAAR BEVRIJD