17 wezen waarschuwen, dus we lagen erop te wachten. Oorspronkelijk moest de fabriek ook de lucht in, maar daar zijn ze te laat mee in de weer geweest, want ze dachten niet dat de Engelsen er al zo gauw zouden zijn. Dat was 's Maandags. We hadden toen al steeds granaatvuur van de over kant en hier schoten ze ook terug, maar het was niet zo geregeld, maar om de tien minuten. Dinsdags was het stil. We waren doodsbenauwd, dat de Engelsen voor de Sloedam teruggeslagen waren, maar ze waren om versterkingen hoorden we later. Toen kregen we Woensdagmorgen een hevig granaatvuur en ondertussen zijn de Tommies geland. Wat was dat erg, toen hebben we zo in de angst gezeten. En dan was het toen het allerergst in de oude stad, dus ongeveer tot de Aagje Dekenstraat. Dat werd het eerst onder vuur genomen. Er vlogen er bij ons in de buurt ook wel, maar niet de volle laag. We konden na tuurlijk niet op straat komen, maar er was geen mof te zien, wel vochten ze in de stad, want ze verzetten zich met hand en tand en zelfs 3 maanden na de bevrijding haalden ze nog Moffen uit bunkers en op 't kerkhof. Toen kregen wij Donderdagmor gen de volle laag. Dat vergeet ik m'n leven lang niet. We konden niet naar beneden, want er stond water, dus zaten wij boven met nog 2 oude mensen. De één lag, de ander zat, in 't pikke donker natuurlijk, want electrisch licht hadden we allang niet meer, evenmin water en gas. Ongeveer om 5 uur begon het. We waren net een beetje in de dommel, want we hadden de hele nacht opgezeten. Het leek alsof de hel losbarstte, werkelijk waar. Het was één onophoudelijk leven. Ik kan het niet opschrijven, hoe het was, maar ik hoop nooit en nooit meer zo iets mee te maken. We zaten net rechtop, Inundatie. Verkuijl Quakkelaarstraat, Vlissin- gen. (fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen, FA 40853) JAAR BEVRIJD

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2019 | | pagina 19