56 gebeurtenis maakte Cornelis Goliath een plattegrond van Domburg. In 1649 kocht Cornelis in Oostkapelle het parochiehuis. Het pand bestond uit een woongedeelte en een gelagkamer, waar gegeten en gedronken kon worden. Verder was er een ruimte waar gasten konden overnachten. Ook een stal voor de paarden en 1654 de forten bij Axel en Terneuzen. In 1655 werd hij benoemd tot hevenaar van de watering De Vijf Ambachten op Wal cheren, een administratieve taak waarin hij hevenboeken waaronder acht overlopers, twee vergaar- en twee dijkboeken en een klein vergaarboek moest maken. Het leek Cornelis voor de wind te gaan. Deel van de poster bij de expositie 'De 9 levens van Cornelis Goliath (1617-1660)', Zeeuws Archief. van de koetsier. Een van de kamers deed dienst als gemeentekamer waar schout en schepenen vergaderden. De herberg die Het Princewapen heette, werd gerund door Margareta, de vrouw van Cornelis. (In de Cronyk van Zeeland van Mattheus Smalle- gange komt een gravure voor van het dorp Oostkapelle met het herenhuis. Schuin tegenover de dorpskerk is de herberg Het Princewapen met uithangbord te zien.) Cornelis werd secretaris van Oostkapelle. Wanneer schout en schepenen verga derden, was hij als secretaris daar ook bij aanwezig. Hij vergaderde dus in de ge meentekamer in zijn eigen pand. Overigens kreeg Cornelis er steeds meer taken bij. Hij werd ook belast met het in specteren van forten. In 1652 inspecteerde hij de fortificaties in Zierikzee en in 1653 Leek, want op 28 september 1656 sloeg het noodlot toe. Hij was op weg was naar huis, toen hij tussen Serooskerke en Oostkapelle werd aangevallen door twee mannen. Uit noodweer stak hij een van de mannen, Floris Willemsz Roose, dood. Cornelis schreef een brief aan de Staten van Zeeland waarin hij uit de doeken deed wat er op 28 september was gebeurd. Hij werd uit zijn ambt als baljuw van Domburg gezet en van de Staten van Zeeland kreeg hij te horen dat zijn vonnis voor acht maan den werd uitgesteld. Cornelis vluchtte naar Middelburg. Om in een gunstig blaadje te komen, begon hij met het tekenen van een vogelvluchtkaart van Middelburg. Op 5 maart 1657 werd de kaart aan het stadsbe stuur van Middelburg gepresenteerd. Cornelis vroeg bij de Staten van Zeeland kwijtschelding van zijn straf, wat niet lukte. Wel kreeg hij opnieuw uitstel van zijn straf. Op verzoek van de vader van de gedode Floris Willemsz Roose mocht Cornelis zich

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2019 | | pagina 58