52 worden doorgegeven aan het hoofdkwar tier. Deze moest dan de marine alarmeren, waarop vanuit Vlissingen mijnenvegers zouden uitvaren om de mijnen te elimine ren. Langs de Westerschelde stonden 93 pelo- rusopstanden, waarvan 24 tussen Westka- pelle en Ritthem. Verder deden 34 schepen Een pelorusopstand op de bunker bij het wind- orgel, Vlissingen. (foto Frans van den Driest) dienst als scheepsuitkijkposten. Net als de Luchtwachtdienst moest de Mij- nenuitkijkdienst een vrijwilligersorganisatie worden. Om de gewenste 1.100 mannen te rekruteren, zette de marine een wervings campagne op touw. Er werd een beroep gedaan op mannen van 18 tot 50 jaar. In 1955 was 80 procent van de sterkte be reikt. Het tekort werd opgelost met de inzet van dienstplichtig marinepersoneel. In 1964 werden langs de Nederlandse kust vijf kustwachtradarstations in gebruik genomen. Een ervan stond bij Nieuwesluis (Breskens). Hiermee was een groot deel van de pelorusopstanden langs de Wes- terschelde overbodig geworden en in 1974 viel het doek voor de MUD. In al die jaren is nooit één vijandig vliegtuig waargenomen. Bescherming Bevolking. In 1952 werd de organisatie Bescherming Bevolking (BB) opgericht. De organisatie, die onder het ministerie van Binnenlandse Zaken viel, was verantwoordelijk voor het blussen van branden, redden van mensen en het ondersteunen van de bevolking bij oorlogs dreiging of de gevolgen van oorlogshande lingen. Een kern van de medewerkers was in dienst van de overheid en verder bestond de organisatie uit vrijwilligers. In 1956 waren er 160 duizend vrijwilligers, terwijl er 200 duizend nodig waren om de organi satie volledig te bemensen. Om volledige bemensing van de BB te bereiken, werd in 1958 de noodwachtplicht ingevoerd. Man nen die buitengewoon dienstplichtig waren, werden verplicht noodwachter bij de BB. Zij kregen een interne opleiding in verschillen de vakgebieden zoals redding en EHBO. Gedurende de Koude Oorlog werd aan de BB een specialistische dienst toegevoegd. Deze Atomaire, Biologische, en Chemi sche dienst (ABC-dienst) kwam in 1958. Hiervoor waren 40 duizend goed opgeleide medewerkers extra nodig. Deze dienst had als taak bij het vallen van de bom metin gen te verrichten, advies te geven waar te schuilen, te helpen bij het ontruimen van gebouwen en het ontsmetten van mensen.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2019 | | pagina 54