35
Koudekerke) en mijn tante Pauline Schrie-
ke-Loeff. Oom Piet heeft de onverdeelde
boedel tot zijn dood in 1960 beheerd. Daar
na is de boedel alsnog verdeeld, maar Der
Boede zat daar toen niet meer in. Het huis
was in 1939 verkocht aan de familie Mees.
De website Koudekerke.info vermeldt wat
vilein dat de sloopdreiging toen afgewend
Oom Jan en tante Joh op de stoep van Der
Boede.
was, maar zowel oom Jan als mijn vader
en zijn broer en zus hadden het huis be
wust gekocht c.q. behouden om sloop te
voorkomen. Zolang het in de familie was,
was het dus veilig. Het was wel een finan
cieel zorgenkind."
Jan Paul stuurt een foto mee van oom Jan
Loeff op de stoep van Der Boede. Naast
hem staat Joh Loeff-Rietbergh, de eerste
echtgenote van Jan Pauls vader. Zij was
klassiek zangeres en stierf in 1932 aan de
ziekte van Weil.
"Om eerlijk te zijn", verzucht Jan Paul
Loeff, "denk ik dat de huidige plannen om
een villawijk te creëren met te grote huizen
op te kleine percelen noch mijn oudoom
noch mijn vader zouden zijn bevallen. Een
dergelijke buitenplaats heeft natuurlijk wel
het probleem dat je er niet zo veel mee kan
doen op een financieel haalbare manier,
maar er lag een alternatief plan - samen
met de boomgaard van Serier, die wél in
mijn familie bleef -, veel eleganter dan wat
nu wordt uitgevoerd.
"Gelukkig staat het huis Der Boede er nog
en kunnen we er allemaal van genieten. Nu
het een Bed Breakfast schijnt te worden,
kan dat zelfs van heel dichtbij. Misschien
boek ik er nog wel eens een kamer.Dan
heeft er tenminste één keer een Loeff op
Der Boede geslapen."
Culturele collaboratie (1)
Jan Zwemer, auteur van de in 2014 ver
schenen biografie van burgemeester J. van
Walré de Bordes, las met stijgende verba
zing de bespreking van het boek Cultuur
wordt Kuituur van Lo van Driel in De Wete
nr. 2 van april 2019. Hij vindt dat recensent
Gjalt Zondergeld twee zaken verbindt die
niets met elkaar te maken hebben en kan
dat niet zomaar laten gaan.
"Van Walré de Bordes bood Seyss-Inquart
bij diens bezoek aan Middelburg in juni
1940 thuis een maaltijd aan, zo valt te
lezen op bladzijde 116 in mijn biografie
van hem", schrijft Jan. "Hij deed dat alleen
omdat alle hotels en restaurants in de
stad waren verwoest. Had men dan maar
naar Vlissingen moeten gaan, zoals toen
voorgesteld was? Nee, want dan zou er
niet aan te ontkomen zijn geweest om
'met het heele gevolg van dertig man' in