53
hoog aan de zijgevel, maakte een vaar
tuig op olietonnen en zorgde voor groene
stroom met een zelfgebouwde windmolen.
Dokter Simons maakte er een filmpje van.
Zeventig jaar later houdt nog maar een
enkel huis de ligusterhaag in ere. Intussen
deden de gebroeders Petiet goede zaken
door fietsbanden te ruilen voor al dan niet
ningbouw ter hand. Er werden (houten)
noodwoningen gebouwd en rond 1947
mecrietwoningen, eigenlijk Maycrete-wo-
ningen: vrij royale gelijkvloerse prefabhui
zen, twee-onder-een (asbest) kap en met
een vastgestelde levensduur van tien jaar.
In Nederland zijn er zo'n duizend neer
gezet en daarvan worden er nog steeds
onbewoonbaar verklaard onroerend goed.
In de loop van het verhaal komen we zowel
geografisch als naar tijd gespreid meer
bekende Middelburgers tegen. Zoals Frans
de Priester die de textielbranche inruilde
voor de dierenbescherming; Appie van
Schelven, de eerste drugsverslaafde; Jan
Bostelaar, de directeur van de sportvelden;
Mientje van 't Urgel en Moos Polak van
wie ze een nieuw gebit kreeg; scharensliep
Munter met zijn mooie dochter en Govert
Leendertse - of Leendert Govertse, een
weggesaneerde boer van de Oude Veerse-
weg. Bij hem kon je altijd wel een aardap
pelschilmesje kopen.
Na de oorlog nam Middelburg zelf de wo-
De gebroeders Antheunisse in vol ornaat. (foto
Ida Doorenweerd)
aardig wat bewoond. In Middelburg waren
de huizen bedoeld voor ambtenaren en
dergelijke, het soort volk dat met kerstmis
een kerstboompje mocht uitspitten in het
gemeentelijk waterwingebied Oranjezon.
De huizen beschikten over een nieuwe
innovatie, de douche, maar niet iedereen
kon dat gespetter waarderen. Bij de fami
lie Caljouw werd de douche voorzien van
vaste vloerbedekking.
De Griffioen was een nieuwe onderne
ming. Mooi bouwen voor meer welgestelde
burgers. De huren moesten 45 gulden per