32 waren dat "schatrijke vrouwen, gravinnen en verwende erfdochters". De zonderling Diederik overleed, onge trouwd, in 1948 op Sint Maarten. Zeventien jaar eerder, in 1931, had hij Tintamarre verkocht aan een Franse koopman uit Saint-Martin. Die had het eiland verhuurd aan Rémy de Haenen, een Frans-Neder landse scheepsbouwer en avonturier met een passie voor luchtvaart. Tussen 1946 en 1950 runde De Haenen de kleine lucht vaartmaatschappij Compagnie Aerienne Antillaise, die over een landingsbaan van 500 meter beschikte. Aan de bedrijvigheid kwam een vroegtijdig einde vanwege een aantal ongelukken. Sinds 1950 is Tintamarre weer onbewoond. Er zijn nog resten te vinden van zowel de landingsbaan, de spoorbaan als de katoen plantage. Ongenode gasten In 1983 werd biermagnaat Freddy Heine- ken ontvoerd. Nadat de vrijheidsberoving was beëindigd vluchtten twee van de drie kidnappers naar Parijs. Daar werden ze gearresteerd door de Franse politie. Nederland had geen uitleveringsverdrag met Frankrijk, althans niet voor wat betreft ontvoering en afpersing. Frankrijk zat in zijn maag met deze ongenode gasten. Wat er toen volgde had het script voor een klucht kunnen zijn. De ontvoerders werden overgebracht naar het Frans-Caribische eiland Guadeloupe. Het plan was om de twee direct door te vliegen naar het Neder landse deel van Sint Maarten. Nog in het vliegtuig maakten de heren bezwaar tegen de naar hun mening onrechtmatige gang van zaken. De route werd verlegd, waarna de voortvluchtigen werden afgezet op het kleine Saint-Barthélemy (St. Barths), een eilandje dat bestuurlijk onder Guadeloupe viel. De lokale bevolking kwam echter in opstand want zij waren niet gediend van het lozen van criminelen. De reis werd toen vervolgd naar het Franse deel van Sint Maarten, maar dat leidde ook hier tot grote onrust. Om verdere escalatie te voor komen, werd het duo met spoed per schip afgezet op een onbewoond eilandje. Dat was Tintamarre. Hier verbleven de Heine- ken-ontvoerders een etmaal, waarna ze per helikopter naar het aanvankelijke doel Guadeloupe werden teruggebracht. Na al dat geklungel ging de reis uiteindelijk terug naar Frankrijk. Later volgde alsnog uitleve ring naar Nederland. Van de kaart De oudste landkaarten van het Caribisch gebied waren van de eerste Europeanen die dit gebied aandeden, de Spanjaarden. Daarop stond ook het kleine Tintamar- re. Er volgden al snel andere naties die naar deze regio trokken en deze in kaart brachten. Op oude Engelse kaarten werd Tintamarre Flat Island genoemd en op Franse kaarten Ile de Tintamarre of La Flaque. Volgens een enkele bron zou het bij-eilandje ook Hat Island (Hoedeneiland) zijn genoemd, maar dat berust op een mis verstand. De letters Fl van het Engelse Flat werden aangezien voor een H en zo zag men, nogal knullig, de woorden Hat Island. Omdat de Spanjaarden de oorspronkelij ke naamgevers waren moet Tintamarre een Spaans woord zijn. De woorden tinta en mar(re) wijzen richting een getinte of gekleurde zee of iets in die geest. In het genoemde boek van Büch lezen we dat Tintamarre in het Frans rumoer of kabaal betekent. Dat het een Frans woord zou zijn ligt echter niet voor de hand.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2019 | | pagina 34