30
al de Spanjaarden een klein verdedigings
werk hadden opgezet. In 1737 zou hier een
volledig nieuw verdedigingswerk verrijzen,
Fort Amsterdam. Waren de eerste Zeeu
wen op Sint Maarten de naamgevers van
het bij-eilandje Middelburg dat toen allang
op de kaart stond als Tintamarre?
Walcherse kooplieden
Een tweede mogelijkheid is dat de naam
Middelburg is gegeven tijdens de perio
de waarin Sint Maarten een zogeheten
patroonschap was. Daarvoor moeten we
ons verplaatsen naar het midden van de
zeventiende eeuw. In een verdrag tussen
Frankrijk en Nederland werd op 23 maart
1648 officieel bepaald dat het noordelijke
deel van het hoofdeiland Sint Maarten de
Fransen toekwam en het zuidelijke deel
de Nederlanders. In 1649 kwam het Ne
derlandse deel onder de bescherming te
staan van Pieter van Rhee en Abraham
van Pere. Zij waren particuliere geldschie
ters die het eiland in leen hadden van de
WIC. Een dergelijke constructie werd een
patroonschap genoemd. De aan elkaar
gelieerde Walcherse kooplieden waren
overigens betrokken bij meer leengebieden
in Midden- en Zuid-Amerika. Al snel ging
het patroonschap over op de befaamde
Vlissingse broers Adriaen en Cornelis
Lampsins, reders, kooplieden en bestuur
ders in Vlissingen. Tijdens dezelfde perio
de hadden de gebroeders Lampsins ook
het eiland Tobago onder hun hoede. Hun
Walcherse patroonschap over Sint Maarten
zou tot 1672 duren.
Verwijzingen naar de patria gaven een
patroonschap signatuur. Zo weten we dat
op Sint Maarten de Lammerenberg een
verwijzing was naar het familiewapen van
de Lampsins, te vergelijken met Lamme-
renburg, de Koudekerkse buitenplaats van
Cornelis Lampsins. Op Tobago werden de
namen Nieuw-Walcheren, Nieuw-Vlissin-
gen en Fort Lampsinsburg geïntroduceerd.
Kan Tintamarre Middelburg zijn genoemd
tijdens het patroonschap van de genoemde
heren? Vanuit geografisch oogpunt lijkt dat
onmogelijk, want het bij-eilandje hoorde
Cornelis Lampsins, baron van Tobago, 1655.
Uit: Grote Atlas van de West-Indische Com
pagnie. Oude WIC, deel I. (ZB| Planbureau en
Bibliotheek van Zeeland, 3144 B37)
vanaf 1648 immers bij het Franse gedeelte
van Sint Maarten. Volgens Het ijspaleis
van Boudewijn Büch werd Tintamarre ech
ter niet opgenomen in het originele opde
lingsverdrag van Sint Maarten en dus moet
het bij-eilandje stilzwijgend Nederlands
territorium zijn gebleven. Zo kan de naam
geving van Middelburg wellicht tijdens het
Walcherse patroonschap hebben plaatsge
vonden.
Maar er rest nog een derde optie.