26
bezittingen. Het sociale hart van Laurus
spreekt als hij de minvermogenden wil
sparen met een fatsoenlijke belastingvrije
voet van 300 gulden, de hardwerkende
boer met veel grond wil ontzien ten koste
van de kapitalist met vermogen en hij een
redelijke aftrek per kind (25 gulden) tot en
met veertien in plaats van twaalf jaar voor
stelt. De discussie over aftrekposten - het
zullen acht categorieën worden - moet dan
nog beginnen. Raadsbesluiten gaan dus
veelal over financiële aangelegenheden.
De gemeentelijke begroting ligt meestal
tussen de 51/2- en zesduizend gulden en
vaak blijkt bij de afrekening dat meer dan
tien procent niet is besteed. Zo sluit de re
kening voor 1885 met "een goed slot" van
ruim 700 gulden op een begroting van bij
na 5.900. Toch worden kleine overschrij
dingen op posten van de begroting steeds
in de gemeenteraad besproken en veelal
ter goedkeuring aan GS voorgelegd. En er
is openheid: zowel begroting als rekening
worden twee weken voor de raadsbehan-
deling ter inzage gelegd. Twintig jaar later
is het niet veel anders. In 1905 wordt op
een begroting van bijna 5.600 een goed
slot van ruim 400 gulden geboekt. Inflatie
bestond toen kennelijk nog niet.
Tevens raadslid
Al vrij snel, namelijk in september 1884,
wordt Laurus ook tot raadslid gekozen met
33 van de 35 stemmen. Na raadpleging
van zijn geloofsbrieven wordt hij geïnstal
leerd. Het burgemeesterschap en het feit
dat Laurus diaken is van de Christelijk
Gereformeerde Gemeente vormen daartoe
geen belemmering, zo valt te lezen. Hier
zal het niet bij blijven. Laurus zal het voor
zitterschap van het stembureau op zich ne
men en begin 1885 wordt hij voorzitter van
het Gemeentelijk Armbestuur, dat voor zo'n
kleine 25 procent beslag legt op de ge
meentebegroting. Ook wordt hij benoemd
tot ambtenaar van de Burgerlijke Stand.
Daaraan is een (extra) jaarwedde van 55
gulden verbonden waarin ook zijn plaats
vervangers meedelen, mocht dat nodig
zijn. De jaarwedde die hoort bij het ambt
van burgemeester zal in zijn beginjaren
zo'n kleine 200 gulden hebben bedragen.
In 1897 stellen GS voor het bedrag voor
zowel de burgemeester als de gemeen
tesecretaris te verhogen tot 265 gulden.
Omdat de provincie hierin voor een kwart
gaat bijdragen, wordt de gemeentekas niet
extra belast. U begrijpt dat Laurus en zijn
secretaris bij de behandeling van dit voor
stel afwezig waren. De raad stemt in omdat
de taken van de burgemeester "in de huidi
ge tijd" steeds meer van hem vragen. Als in
1907 de jaarwedde echter verhoogd wordt
tot 350 gulden, verklaart een der raadsle
den dat hij 325 mooi genoeg vond.
Nog wat cijfers. Al in 1884 vindt Laurus
dat de gemeente "een gebouwtje om
vreemdelingen voor de nacht op te sluiten"
[sic] ontbeert en desgevraagd hebben de
kerkvoogden erin toegestemd dat achter
het lijkenhuis tegen de kerk en de toren
een dergelijke voorziening wordt gebouwd.
Kosten: 37,34. Ook vindt Laurus dat in
de kom van het dorp op winteravonden de
straten verlicht moeten worden. Daartoe
worden drie lantaarns aangeschaft voor
131 gulden. Dat vereist ook de benoeming
van een lantaarnopsteker. Abraham Schae
zal dit werk tegen een jaarlijkse vergoeding
van 12 gulden aannemen. In hetzelfde
jaar moet een nieuwe veldwachter worden
aangetrokken. GS laten de raad weten dat
de jaarwedde - 175 alsmede 25 voor
kleding en bewapening - volstrekt onvol-